ECLI:NL:GHDHA:2017:530
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek tot gedwongen schuldregeling
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank Den Haag van 25 november 2016, waarin haar verzoek tot het bevelen van een gedwongen schuldregeling en haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zijn afgewezen. [appellante] verzoekt het hof deze vonnissen te vernietigen en alsnog een gedwongen schuldregeling te bevelen. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 februari 2017. Het hof heeft in deze zaak de belangen van [appellante] en de overige schuldeisers zwaarder laten wegen dan die van [geïntimeerde].
De rechtbank had het verzoek van [appellante] afgewezen op basis van het oordeel dat niet aannemelijk was dat haar aanbod het uiterste was waartoe zij in staat was. [appellante] had een schuldregeling aangeboden van 7,12% tegen finale kwijting, gebaseerd op haar huidige uitkering. Het hof oordeelt echter dat dit aanbod het maximaal haalbare is, gezien de omstandigheden van [appellante].
Het hof overweegt dat de totale schuldenlast van [appellante] € 14.986,27 bedraagt en dat de vordering van [geïntimeerde] slechts een klein aandeel van 3,7% van deze totale schuldenlast vormt. Het hof concludeert dat er geen eerdere minnelijke of gedwongen schuldregeling is geweest die door [appellante] niet naar behoren is nagekomen. Gezien deze omstandigheden vernietigt het hof het vonnis van de rechtbank en beveelt het [geïntimeerde] in te stemmen met de door [appellante] aangeboden schuldregeling.