Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 24 januari 2017
[appellante],
Balans Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
6 maart 2014 van de kantonrechter, een en ander met een proceskostenveroordeling van Balans.
[appellanten] op 2 januari 2014 voldeden aan de voorwaarden genoemd in lid 2 van art. 38 CAO en dat Balans is gehouden hen een arbeidsovereenkomst aan te bieden overeenkomstig het bepaalde in lid 3. De principale grieven 1 tot en met 3 behoeven derhalve geen verdere behandeling.
Het hof dient de zaak in beginsel te beoordelen in de stand waarin zij verkeerde toen het arrest van hof Amsterdam werd vernietigd. De cassatieprocedure en het geding na verwijzing dienen er niet toe om voor partijen de gelegenheid tot een nieuwe instructie van de zaak te scheppen. Het arrest van de Hoge Raad biedt geen aanknoping om Balans toe te staan dit nieuwe verweer aan te voeren.
“Indien blijkt dat er geen overnameverplichting is dan zal dit contract nietig zijn, althans door het gerechtshof vernietigd worden”. Dit voorbehoud is onverenigbaar met de verplichting op grond van art. 38 lid 3 CAO. Deze aanbiedingen van Balans voldoen dus niet aan de eisen van deze bepaling.
“voor het aantal schoonmaakuren waarover Balans in het schoonmaakcontract met Den Helder Airport beschikt op de dag van het arrest van uw gerechtshof”en voor het resterend aantal uren op een ander schoonmaaktraject. Het hof leidt uit het aanbod en de stellingname van Balans na verwijzing af dat niet langer het standpunt wordt ingenomen dat [appellante] geen 20,5 uren per week op DHA werkte, maar 18 uren per week. Overigens heeft [appellante] dit aantal uren deugdelijk onderbouwd met een excel-sheet. Balans heeft dit onvoldoende gemotiveerd weersproken, nu zij uitsluitend verwijst naar de urenopgave die zij van DHA heeft ontvangen en geen openheid van zaken geeft over de informatie die op dit punt aan haar is verstrekt door CLS.
Het hof zal bij deze uitkomst de proceskosten in hoger beroep compenseren. Daarbij is van belang dat Balans eerst na cassatie een passend aanbod aan [appellanten] heeft gedaan.
Beslissing
6 maart 2014,
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt Balans tot betaling van een bedrag van € 462,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te voldoen aan de advocaat van [appellant];
- veroordeelt Balans in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [appellant] tot op 6 maart 2014 begroot op € 475,47;
- veroordeelt Balans tot betaling van een bedrag van € 462,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te voldoen aan de advocaat van [appellante];
- veroordeelt Balans in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [appellante] tot op 6 maart 2014 begroot op € 475,47;
- verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde;