Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking van 28 november 2017
inzake:
TAALTAAL B.V.,
V.O.F. [naam],gevestigd in [vestigingsplaats],verweerster in hoger beroep,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
(2.1) TaalTaal als huurster huurt vanaf november 2010 van [verweerster] als verhuurster kantoorruimte, te weten de vierde verdieping aan [adres] te [woonplaats] (hierna: het gehuurde), alwaar ze een talenschool exploiteert. Naar aanleiding van een huurachterstand van omstreeks € 38.000,-- heeft [verweerster] in kort geding de ontruiming van het gehuurde gevorderd. Dit kort geding heeft geleid tot een proces-verbaal van schikking van 10 april 2014. Hierin is onder meer vastgelegd:
“1. TaalTaal betaalt uiterlijk op 30 april 2014 aan VOF [verweerster] een bedrag van€ 10.000,00. Zodra dit bedrag door VOF [verweerster] is ontvangen, zal zij aan TaalTaal B.V. de beschikking geven over vijf lokalen op de vijfde verdieping (het gebruik daarvan is dan inbegrepen in de huurprijs exclusief servicekosten zoals tussen partijen overeengekomen).(…)3.Het restantbedrag ad € 28.335,23 (…) zal worden betaald in 56 opeenvolgende maandelijkse termijnen (…)”(2.2) Na het bereiken van deze schikking, betaling van de € 10.000,-- en na latere aanvullende afspraken, heeft TaalTaal naast de vierde verdieping de gehele vijfde verdieping in gebruik genomen.
(2.3) TaalTaal betaalt thans maandelijks een bedrag van € 4.442,58 aan [verweerster]. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
€ 2.248,58 (dit is de huurprijs die oorspronkelijk werd betaald voor de huur van de 4e verdieping)
€ 700,- (servicekosten vierde verdieping)
€ 700,- (servicekosten vijfde verdieping)
€ 294,- (btw over de servicekosten)
€ 500,- (aflossing oude huurschuld)
Totaal: € 4.442,58.
(2.4) [verweerster] heeft aan TaalTaal opgedragen de vijfde verdieping uiterlijk 1 november 2016 op te leveren. TaalTaal heeft dit geweigerd, waarbij TaalTaal zich heeft beroepen op huurbescherming.
(2.5) Vervolgens heeft TaalTaal zich gewend tot de kantonrechter. TaalTaal heeft daarbij primair verzocht haar niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek om ontruimingsbescherming en subsidiair om haar ontruimingsbescherming (ex artikel 7:230a BW) te verlenen tot 1 november 2017. Aan het primaire verzoek heeft TaalTaal, kort gezegd, ten grondslag gelegd dat zij zowel de vierde als de vijfde verdieping huurt en dat opzegging van de helft van de huurovereenkomst (alleen de vijfde verdieping) niet mogelijk is. Ten aanzien van het subsidiaire verzoek heeft TaalTaal, kort gezegd, betoogd dat zij voor de uitoefening van haar bedrijf volledig afhankelijk is van ook het gebruik van de vijfde verdieping.
(2.6) De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking de verzoeken afgewezen, omdat de kantonrechter van mening was dat er geen sprake was van een huurovereenkomst met betrekking tot de vijfde verdieping.
De verdere beoordeling door het hof
Daarnaast oordeelt het hof dat de tekst van de schikking zich beter verdraagt met de uitleg van [verweerster] dan die van TaalTaal. Allereerst verdient daarbij opmerking dat de tekst van de schikking begint met
“de beschikking geven”. Dit duidt niet op huur. De vermelding daarna tussen haakjes
(het gebruik daarvan is dan inbegrepen in de huurprijs exclusief servicekosten zoals tussen partijen overeengekomen)” is weliswaar niet geheel duidelijk, echter de omstandigheid dat gesproken wordt over het feit dat het gebruik is inbegrepen in de
“huurprijs”– zijnde de huurprijs van de vierde etage – maakt nog niet dat de huurovereenkomst van de vierde etage zich daarmee ook uitstrekt tot de vijfde etage. Als dit laatste daadwerkelijk de bedoeling was geweest, dan valt niet in te zien waarom niet in de schikking is vastgelegd dat ook de vijfde etage werd gehuurd. Dit zou eenvoudig hebben gekund door de woorden
“de beschikking geven”te vervangen door ‘verhuren’. Hiervoor is geen bijzondere juridische kennis nodig.
Hetgeen TaalTaal hier tegenover heeft gesteld maakt dit niet anders. De omstandigheid dat in latere correspondentie/facturen niet steeds onderscheid tussen huur en gebruik van beide verdiepingen wordt gemaakt, is in het licht van het voorgaande onvoldoende om een huurovereenkomst ten aanzien van de vijfde etage aan te nemen. Dit geldt temeer nu het in de betreffende correspondentie/facturen veelal gaat over financiële kwesties (en dus niet over de juridische kwalificatie van het gebruik) en kennelijk wordt voortgebouwd op de schikking waarin de grondslag van de financiële afspraken evenmin eenduidig is omschreven.
Beslissing
Het hof:
- bekrachtigt de bestreden beschikking;
- veroordeelt TaalTaal in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [verweerster] tot op heden begroot op € 716,-- aan verschotten en € 1.788,-- aan salaris advocaat;
- verklaart deze beschikking ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
J.W. Frieling en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.