Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
BESCHIKKING
[verzoeker],
Beslissing
€ 144.636,52, (honderdvierenveertig duizend zeshonderdzesendertig EURO en tweeënvijftig EUROCENT).
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 november 2017 uitspraak gedaan over een verzoek tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand door een politieagent, die eerder was vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. De verzoeker, een politieagent, had op 20 juni 2013 een bekeuring willen uitschrijven, maar werd beledigd door een derde persoon. Deze derde persoon verstoorde de aanhouding, wat leidde tot de toepassing van geweld door de verzoeker. De verzoeker werd vervolgens vervolgd voor mishandeling en poging tot mishandeling, maar werd vrijgesproken. Na de vrijspraak diende de verzoeker een verzoek in voor vergoeding van zijn rechtsbijstandskosten, die in totaal € 144.636,52 bedroegen. Het hof oordeelde dat de werkgever, de Nationale Politie, verantwoordelijk was voor de kosten, omdat de verzoeker handelde binnen de scope van zijn werkzaamheden en de werkgever zeggenschap had over de gedragingen. Het hof benadrukte dat het in strijd zou zijn met de wettelijke plicht van de werkgever om de kosten niet te vergoeden, en dat de verzoeker ervoor moest zorgen dat de vergoeding aan zijn werkgever toekwam. Het hof kende de verzoeker de gevraagde vergoeding toe, ten laste van de Staat.