ECLI:NL:GHDHA:2017:3952
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling na detentie en financiële herstructurering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 29 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de toelating van [appellant] tot de schuldsaneringsregeling. [appellant] had eerder bij de rechtbank Den Haag een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling, maar dit verzoek was op 26 april 2017 afgewezen. De rechtbank oordeelde dat [appellant] niet te goeder trouw was geweest ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden, die onder andere voortkwamen uit een strafbaar feit en een uitkering die hij ontving terwijl hij inkomsten uit arbeid had.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn grieven naar voren gebracht en het hof heeft de situatie opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de totale schuldenlast van [appellant] € 256.249,85 bedraagt, waarvan een deel is ontstaan tijdens zijn detentie. Het hof heeft geconcludeerd dat [appellant] inmiddels zijn financiële en persoonlijke situatie onder controle heeft gekregen, wat blijkt uit zijn inspanningen om werk te vinden en zijn deelname aan budgetbeheer. Het hof heeft ook rekening gehouden met de positieve ontwikkelingen in zijn leven, zoals de begeleiding door Palier en het reclasseringstoezicht.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor de uitvoering van de schuldsaneringsregeling, waarbij het hof de positieve gedragsverandering van [appellant] als doorslaggevend heeft beschouwd voor zijn toelating tot de regeling.