ECLI:NL:GHDHA:2017:362

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
31 januari 2017
Publicatiedatum
17 februari 2017
Zaaknummer
22-004515-16
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor illegaal elektriciteitsverbruik

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, voor het illegaal verbruiken van elektriciteit door een aftakking te maken van een stroomkabel die was aangesloten op een zekeringskast. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis en een veroordeling tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.

Het hof heeft echter geoordeeld dat het enkele feit dat er een aftakking is gemaakt, onvoldoende is om te concluderen dat er daadwerkelijk elektriciteit is verbruikt. Er was geen bewijs dat de verdachte daadwerkelijk stroom heeft weggenomen, zoals vereist is volgens artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft daarbij verwezen naar een eerder arrest van de Hoge Raad, waarin werd gesteld dat de handeling op zichzelf niet voldoende is om te spreken van 'wegnemen'.

Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van het hof.

Uitspraak

PROMIS
Rolnummer: 22-004515-16
Parketnummer: 10-165960-13
Datum uitspraak: 31 januari 2017
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 22 september 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1968,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 17 januari 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 22 augustus 2013 tot en met 12 september 2013 te Krimpen aan den IJssel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Eneco en/of Stedin Netbeheer, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd.
Daartoe overweegt het hof dat niet is komen vast te staan dat er daadwerkelijk stroom is verbruikt door de op het elektriciteitsnet aangesloten zekeringskast. De verdachte heeft weliswaar het illegaal verbruik van elektriciteit mogelijk gemaakt door een aftakking te maken van een stroomkabel die was aangesloten op een zekeringskast, maar deze handeling op zichzelf is – mede in aanmerking genomen het arrest van de Hoge Raad d.d. 24 november 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3361) - onvoldoende om de conclusie te kunnen rechtvaardigen dat dientengevolge daadwerkelijk stroom is verbruikt.
Mitsdien is geen sprake van ‘wegnemen’ in de zin van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De verdachte behoort dan ook te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. G. Knobbout, mr. T.L. Tan en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier
mr. N.R. Achterberg.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 31 januari 2017.
Mr. A.W.M. Bijloos is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.