Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
Voorts van toepassing:
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen Makelaardij [x] B.V. over de geldigheid van een concurrentiebeding. [appellant] had eerder een arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] en was werkzaam als assistent-makelaar. Na een functiewijziging naar makelaar, heeft [appellant] zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en is hij in geschil gekomen over de geldigheid van het concurrentiebeding dat hem verbiedt om binnen 24 maanden na beëindiging van het dienstverband in bepaalde regio's werkzaam te zijn. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld en heeft de vorderingen van [appellant] beoordeeld. Het hof oordeelt dat het concurrentiebeding in de gegeven omstandigheden niet langer dan één jaar kan duren, omdat de belangenafweging in het voordeel van [appellant] uitvalt. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de kantonrechter en schorst het concurrentiebeding voor zover dit de duur van één jaar overstijgt, met ingang van 1 september 2017. Tevens wordt [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van zowel het hoger beroep als de eerste aanleg.