[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortejaar] 1983,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 23 oktober 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder
1. impliciet primair (poging doodslag) ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 impliciet subsidiair (poging tot zware mishandeling) en onder 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, met aftrek, zodat na deze aftrek 238 uren taakstraf resteert, subsidiair 119 dagen hechtenis. Voorts is aan de verdachte opgelegd een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden.
De benadeelde partijen [benadeelde partij] en Politie Eenheid Rotterdam zijn in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. Ten slotte is de in beslag genomen personenauto, Chrysler, type Stratos met kenteken [x] verbeurd verklaard.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
De benadeelde partij Politie Eenheid Rotterdam, wier vordering in eerste aanlag € 1.509,20 bedroeg, heeft in hoger beroep bij wensenformulier kenbaar gemaakt dat de schade is verhaald door de verzekeraar en heeft de vordering verlaagd met een bedrag van € 2.369,88.
Het hof stelt vast dat deze vordering in feite is ingetrokken en derhalve in hoger beroep niet (meer) aan de orde.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon genaamd [benadeelde partij] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een door hem, verdachte bestuurde personenauto (met een snelheid gelegen tussen de 60 en 80 kilometer per uur, althans met een hoge, althans gezien de situatie ter plaatse, aanzienlijke, althans aanmerkelijke snelheid) de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed op (zeer) korte afstand is genaderd en/of (vervolgens) is gereden tegen de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. subsidiair:
hij op of omstreeks 09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend met een door hem, verdachte bestuurde personenauto (met een snelheid gelegen tussen de 60 en 80 kilometer per uur, althans met een hoge, althans gezien de situatie ter plaatse, aanzienlijke, althans aanmerkelijke snelheid) de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed op (zeer) korte afstand is genaderd en/of (vervolgens) is gereden tegen de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed;
2:
hij op of omstreeks 09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland opzettelijk en wederrechtelijk een motorfiets (merk BMW, voorzien van het kenteken [x], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Nationale Politie (Eenheid Rotterdam), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en / of beschadigd en / of onbruikbaar gemaakt door opzettelijk met een voertuig tegen die rijdende motorfiets aan te rijden.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake het onder 1 impliciet primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder
1. impliciet subsidiair en het onder 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, met aftrek, zodat na deze aftrek 238 uren taakstraf resteert, subsidiair 119 dagen hechtenis, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaren en tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Naar het oordeel van het hof is - overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - de aan de verdachte onder 1 primair, impliciet primair ten laste gelegde poging doodslag niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair:
hij op
of omstreeks09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
althans in Nederlandter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon genaamd [benadeelde partij]
van het leven te beroven, althanszwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een door hem, verdachte bestuurde personenauto (met een
snelheid gelegen tussen de 60 en 80 kilometer per uur, althans met een hoge, althans gezien de situatie ter plaatse, aanzienlijke, althansaanmerkelijke snelheid) de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed op (zeer) korte afstand is genaderd en
/of (vervolgens
)is gereden tegen de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2:
hij op
of omstreeks09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
althans in Nederlandopzettelijk en wederrechtelijk een motorfiets (merk BMW, voorzien van het kenteken [x],
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan de Nationale Politie (Eenheid Rotterdam),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,heeft
vernield en / ofbeschadigd
en / of onbruikbaar gemaaktdoor opzettelijk met een voertuig tegen die rijdende motorfiets aan te rijden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 primair, impliciet subsidiair bewezen verklaarde levert op: