ECLI:NL:GHDHA:2017:3399

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2017
Publicatiedatum
1 december 2017
Zaaknummer
22-000263-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot zware mishandeling van motoragent met auto

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van een motoragent. De verdachte reed op 9 maart 2016 met aanmerkelijke snelheid in Spijkenisse en ramde met zijn auto de motorfiets van de agent. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, en ontzegd hem de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden. De benadeelde partij, de Politie Eenheid Rotterdam, had een schadevergoeding gevorderd, maar deze vordering werd in hoger beroep ingetrokken. Het hof heeft vastgesteld dat de poging doodslag niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, maar dat de poging tot zware mishandeling wel bewezen is verklaard. De verdachte is eerder onherroepelijk veroordeeld voor strafbare feiten, wat meegewogen is in de strafmotivering. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding afgewezen, omdat niet aannemelijk was dat er immateriële schade was geleden. De in beslag genomen auto van de verdachte is niet verbeurd verklaard, omdat de waarde niet bekend was. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de uitspraak is gedaan in een openbare zitting.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000263-17
Parketnummer: 10-711022-16
Datum uitspraak: 6 november 2017
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 4 januari 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortejaar] 1983,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 23 oktober 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder
1. impliciet primair (poging doodslag) ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 impliciet subsidiair (poging tot zware mishandeling) en onder 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, met aftrek, zodat na deze aftrek 238 uren taakstraf resteert, subsidiair 119 dagen hechtenis. Voorts is aan de verdachte opgelegd een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden.
De benadeelde partijen [benadeelde partij] en Politie Eenheid Rotterdam zijn in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. Ten slotte is de in beslag genomen personenauto, Chrysler, type Stratos met kenteken [x] verbeurd verklaard.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
De benadeelde partij Politie Eenheid Rotterdam, wier vordering in eerste aanlag € 1.509,20 bedroeg, heeft in hoger beroep bij wensenformulier kenbaar gemaakt dat de schade is verhaald door de verzekeraar en heeft de vordering verlaagd met een bedrag van € 2.369,88.
Het hof stelt vast dat deze vordering in feite is ingetrokken en derhalve in hoger beroep niet (meer) aan de orde.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon genaamd [benadeelde partij] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een door hem, verdachte bestuurde personenauto (met een snelheid gelegen tussen de 60 en 80 kilometer per uur, althans met een hoge, althans gezien de situatie ter plaatse, aanzienlijke, althans aanmerkelijke snelheid) de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed op (zeer) korte afstand is genaderd en/of (vervolgens) is gereden tegen de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. subsidiair:
hij op of omstreeks 09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend met een door hem, verdachte bestuurde personenauto (met een snelheid gelegen tussen de 60 en 80 kilometer per uur, althans met een hoge, althans gezien de situatie ter plaatse, aanzienlijke, althans aanmerkelijke snelheid) de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed op (zeer) korte afstand is genaderd en/of (vervolgens) is gereden tegen de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed;
2:
hij op of omstreeks 09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland opzettelijk en wederrechtelijk een motorfiets (merk BMW, voorzien van het kenteken [x], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Nationale Politie (Eenheid Rotterdam), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en / of beschadigd en / of onbruikbaar gemaakt door opzettelijk met een voertuig tegen die rijdende motorfiets aan te rijden.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake het onder 1 impliciet primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder
1. impliciet subsidiair en het onder 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, met aftrek, zodat na deze aftrek 238 uren taakstraf resteert, subsidiair 119 dagen hechtenis, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaren en tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is - overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - de aan de verdachte onder 1 primair, impliciet primair ten laste gelegde poging doodslag niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair:
hij op
of omstreeks09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
althans in Nederlandter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon genaamd [benadeelde partij]
van het leven te beroven, althanszwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een door hem, verdachte bestuurde personenauto (met een
snelheid gelegen tussen de 60 en 80 kilometer per uur, althans met een hoge, althans gezien de situatie ter plaatse, aanzienlijke, althansaanmerkelijke snelheid) de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed op (zeer) korte afstand is genaderd en
/of (vervolgens
)is gereden tegen de motorfiets waarop die [benadeelde partij] reed, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2:
hij op
of omstreeks09 maart 2016 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
althans in Nederlandopzettelijk en wederrechtelijk een motorfiets (merk BMW, voorzien van het kenteken [x],
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan de Nationale Politie (Eenheid Rotterdam),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,heeft
vernield en / ofbeschadigd
en / of onbruikbaar gemaaktdoor opzettelijk met een voertuig tegen die rijdende motorfiets aan te rijden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 primair, impliciet subsidiair bewezen verklaarde levert op:

poging tot zware mishandeling.

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van motoragent [benadeelde partij], door met zijn auto, waarmee hij met aanmerkelijke snelheid in voorwaartse richting reed, in zijwaartse richting tegen de motorfiets van de agent aan te rijden.
Het hof weegt als strafverzwarende omstandigheid mee dat het handelen van de verdachte gericht was tegen een politieambtenaar. Zijn handelen vond plaats tijdens een achtervolging waarvan de verdachte zich ten volle bewust was, waarbij de politieagent trachtte de verdachte tot stoppen te brengen, en waarbij de verdachte geen gehoor gaf aan diens volg- en stoptekens. Het is van groot maatschappelijk belang dat politieambtenaren hun werkzaamheden kunnen doen en niet worden tegengewerkt of belemmerd in de uitoefening van hun functie, laat staan van die belemmering gevaar voor hun lichamelijke integriteit te duchten te hebben. Daarnaast heeft de verdachte met zijn manoeuvre niet alleen de verkeersveiligheid in gevaar gebracht, maar ook de motorfiets daadwerkelijk schade toegebracht.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 9 oktober 2017, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbare feiten.
Het hof is - alles afwegende – met de rechtbank van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur in combinatie met een geheel onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van € 500,00.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Het hof is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat door de benadeelde partij immateriële schade is geleden, die naar haar aard in aanmerking komt voor vergoeding op de voet van artikel 6:106 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek.
De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden afgewezen.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Beslag
Naar het oordeel van het hof is de in beslag genomen en nog niet teruggegeven personenauto van het merk Chrysler, type Stratos met kenteken [x], volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, in beginsel vatbaar voor verbeurdverklaring. Nu de straf van verbeurdverklaring beoogt de verdachte -zij het niet onevenredig- in zijn vermogen te treffen, maar de waarde van deze personenauto niet bekend is, is de mate waarin de verdachte hierdoor in zijn vermogen zou worden getroffen niet duidelijk. Het hof zal daarom afzien van verbeurdverklaring.
Nu blijkens de lijst sedert 1 april 2016 ook conservatoir beslag rust op de auto zal het hof niet beslissen over de teruggave van de auto (vergelijk CAG voor HR 19 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:690).
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 33c, 45, 57, 63, 302 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het impliciet primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, impliciet subsidiair, en 2 ten laste gelegde zoals hiervoor overwogen heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, impliciet subsidiair en
2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 1 primair,
impliciet subsidiair, bewezen verklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] tot schadevergoeding af.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. R.M. Bouritius, mr. L.C. van Walree en mr. M. Pheijffer, in bijzijn van de griffier mr. M.J. den Haan.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 6 november 2017.
Mr. M. Pheijffer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.