17.2Tenzij het tegendeel schriftelijk is vastgelegd, heeft de medisch specialist recht op goodwill ten aanzien van de uit hoofde van de onderhavige overeenkomst in het ziekenhuis verrichte werkzaamheden.
Aan de onderhavige overeenkomst kunnen ten aanzien van de goodwill niet meer rechten worden ontleend, dan op het moment van aangaan van de onderhavige overeenkomst bestonden.’
ii) Vanaf 2012 was, in verband met financiële problemen, de inspanning van het Ruwaard van Putten gericht op regionale samenwerking met het Maasstad. In dat kader heeft het Ruwaard van Putten met het Maasstad een intentieverklaring ondertekend, waarin partijen de intentie hebben uitgesproken op alle gebieden die zich aandienen samen te werken.
iii) Eind 2012 is in samenspraak met de Inspectie voor de Volksgezondheid de afdeling cardiologie van het Ruwaard van Putten gesloten, waarna de vakgroep cardiologie van het Maasstad samen met het Ikazia en het Van Weel-Bethesda de cardiologische zorg vanuit het Ruwaard van Putten op zich heeft genomen. Het Ruwaard van Putten werd (vanaf 1 december 2012) onder verscherpt toezicht gesteld. Op 29 mei 2013 beëindigde de Inspectie voor de Volksgezondheid de verscherpte ondertoezichtstelling.
iv) Het Ruwaard van Putten is in overleg getreden met het Maasstad, het Ikazia en het Van Weel-Bethesda, alsmede twee zorgverzekeraars, CZ en Achmea. Dit overleg heeft geleid tot een intentieverklaring van 19 december 2012, op basis waarvan de betrokken partijen een toekomst van het Ruwaard van Putten als satellietziekenhuis nader zouden onderzoeken. De zorgverzekeraars waren met name bij het overleg betrokken in verband met te maken afspraken over zorginkoop en schuldsanering. In de intentieverklaring staat onder meer:
‘Het Ruwaard van Putten ziekenhuis heeft, mede als gevolg van recente ontwikkelingen rond cardiologie, een analyse gemaakt van haar huidige en toekomstige mogelijkheden. Deze analyse heeft geleid tot de conclusie dat een zelfstandig ziekenhuis niet langer mogelijk is.
Het Ruwaard van Putten ziekenhuis, nieuwe stijl heeft toekomst als een satellietziekenhuis waarbij de kernfuncties gerealiseerd worden middels samenwerking in de regio. (…)
Tegen deze achtergrond hebben de verzekeraars CZ en Achmea en het Maasstad Ziekenhuis, Ikazia ziekenhuis en Van Weel-Bethesda ziekenhuis de volgende intentie uitgesproken:
Verzekeraars zijn bereid om met het Ruwaard van Putten ziekenhuis financiële afspraken te maken (…) om de transitieperiode te overbruggen.
In de komende maanden vraagt het een gezamenlijke uitwerking van het nieuwe profiel van de locatie Spijkenisse (zorgverzekeraars – ziekenhuizen).
Verzekeraars zijn in beginsel bereid te contracteren met de overnemende partij van het Ruwaard van Putten ziekenhuis (…).
(…)
Het Maasstad Ziekenhuis, Ikazia ziekenhuis en Van Weel-Bethesda ziekenhuis zijn bereid tot een overname onder condities van het Ruwaard van Putten ziekenhuis als na onderzoek (inhoudelijk, juridisch en financieel) blijkt dat dit mogelijk en verantwoord is c.q. aan randvoorwaarden is voldaan.’
v) Een toekomst van het Ruwaard van Putten als satellietziekenhuis bleek niet mogelijk, voornamelijk in verband met gevraagde inspanningen van derde partijen in verband met benodigde schuldsanering bij het Ruwaard van Putten en benodigde financiële middelen voor een overname.
vi) Het Ruwaard van Putten is op 24 juni 2013 gefailleerd, met aanstelling van mr. H.M.D. Bentfort van Valkenburg en mr. M.J.H. Vermeeren als curatoren (hierna: Curatoren). Het faillissement is voorafgegaan door een zogenaamde prepackprocedure: het bestuur van het Ruwaard van Putten heeft op 5 juni 2013 de rechtbank ’s-Gravenhage verzocht een stille bewindvoerder aan te wijzen teneinde in relatieve rust en op voortvarende wijze een eventuele doorstart vanuit een faillissement voor te bereiden. De rechtbank ’s-Gravenhage heeft het verzoek dezelfde dag gehonoreerd, met de boodschap dat het doel van de prepack was het realiseren van een zo hoog mogelijke opbrengst ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers en het beperken van maatschappelijke schade. Vervolgens hebben Curatoren als stille bewindvoerders hun werkzaamheden aangevangen.
vii) Tijdens de prepackperiode zijn gesprekken gevoerd met twee overnamekandidaten, namelijk het Ikazia, het Maasstad en het Van Weel-Bethesda aan de ene kant en een investeringsonderneming aan de andere kant.
viii) Op 24 juni 2013 hebben Curatoren (mondeling) overeenstemming bereikt met Spijkenisse Medisch Centrum i.o. (hierna: SMC i.o.) over een doorstarttransactie. Een schriftelijke overeenkomst is op 1 juli 2013 door en namens Curatoren en SMC i.o. ondertekend. SMC i.o. is een samenwerkingsverband van het Ikazia, het Maasstad en het Van Weel-Bethesda. Uiteindelijk is het SMC opgericht op 8 juli 2013. De Coöperatie is enig aandeelhouder van het SMC. De Coöperatie is op 5 juli 2013 opgericht door het Maasstad, het Ikazia en het Van Weel-Bethesda.
ix) SMC i.o. heeft van Curatoren gekocht de ‘activa’ voor een bedrag van € 6 miljoen. Activa is in de koopovereenkomst gedefinieerd als: immateriële activa, inventaris en voorraad. Immateriële activa is in de koopovereenkomst gedefinieerd als handelsnamen en domeinnamen van het Ruwaard van Putten, het recht om in de plaats te treden van het Ruwaard van Putten ter zake van licenties, vergunningen en overeenkomsten waarbij het Ruwaard van Putten partij is alsmede de (overige) goodwill van het Ruwaard van Putten. In de overeenkomst is de koopprijs uitgesplitst aldus, dat voor de immateriële activa € 1 wordt betaald, terwijl het restant van de koopsom de koopprijs is voor de inventaris en voorraad. Voorts is in de overeenkomst bepaald:
‘6.1. De overdracht van de Activa vindt voor zover mogelijk zowel economisch, feitelijk als juridisch plaats per 24 juni 2013, 00.00 uur. Met ingang van dat tijdstip wordt het voorheen door RvP gedreven ziekenhuis geëxploiteerd voor rekening en risico van Koper en komen alle verdiensten en kosten voor de exploitatie vanaf die datum toe aan Koper en zal koper die verdiensten afrekenen met de medische staf en kosten betalen aan derden waaronder leveranciers.’
Over de overname staat in het faillissementsverslag voorts:
‘Hiermee heeft SMC een doorstart van het ziekenhuis bevestigd, in die zin dat het ziekenhuis per faillissementsdatum (24 juni 2013, 0.00 uur) wordt gedreven voor rekening en risico van SMC.
(…)
In het kader van de transactie zal SMC aan een groot deel van het personeelsbestand van RPZ dienstverbanden aanbieden. (…) Ook heeft SMC inmiddels aan het grootste gedeelte van de medische staf de aanbieding gedaan om bij SMC in loondienst te treden.’
x) Op 25 juni 2013 is namens de medische staf van het Maasstad, het Ikazia en het Van Weel-Bethesda aan de medisch specialisten van het voormalig Ruwaard van Putten geschreven:
‘Met de transitie van het Ruwaard van Putten ziekenhuis naar Spijkenisse Medisch Centrum, hetgeen onder de regie van de 3 ziekenhuizen valt, is de vraag actueel hoe de medische zorg de komende periode zal worden ingevuld.
Het ligt voor de hand de specialisten van het voormalig Ruwaard hiervoor te benaderen, echter het verplicht overnemen van deze specialisten is door de samenwerkende ziekenhuizen altijd als onbespreekbaar aangemerkt.
Voor de overgangssituatie is daarom een commissie ingesteld, bestaande uit de stafvoorzitters van de 3 ziekenhuizen, aangevuld met maatschapsvertegenwoordigers per vakgebied vanuit de 3 ziekenhuizen. Morgen zal een ieder van het voormalige Ruwaard van Putten ziekenhuis hier verder per vakgroep van op de hoogte gesteld worden.
Gezien de ingrijpende situatie en de persoonlijke consequenties is uw aanwezigheid van groot belang. Niet verschijnen zal door ons ook als een signaal worden opgevat.’
xi) Op 26 juni 2013 heeft [appellant 2] de maatschap met (onder anderen) [geïntimeerde] opgezegd in verband met het faillissement van het Ruwaard van Putten en het einde van de toelatingsovereenkomst met het Ruwaard van Putten. Tussen partijen heeft een bindend-adviesprocedure plaatsgevonden, waarbij bindend adviseurs op 22 juli 2014 hebben vastgesteld dat de maatschap tussen partijen is geëindigd per 1 juli 2013. In een vervolg op deze procedure hebben bindend adviseurs op 16 december 2014 overwogen dat zij een deskundige zullen benoemen om hen in te lichten over de waarde van de praktijk voor urologie in het Van Weel-Bethesda medio 2013. Deze deskundige heeft op 23 juni 2015 geadviseerd dat de goodwill van die praktijk medio 2013 is in te schatten op € 71.667 per persoon.
xii) Op 27 juni 2013 kreeg [geïntimeerde], net als vrijwel alle andere medisch specialisten van het voormalig Ruwaard van Putten, een arbeidsovereenkomst aangeboden bij het SMC voor de duur van zes maanden, met ingang van 1 juli 2013.
xiii) Op 2 juli 2013 hebben Curatoren [geïntimeerde] (en alle andere medisch specialisten van het voormalig Ruwaard van Putten) bericht dat zij de lopende overeenkomsten tussen hem en het Ruwaard van Putten geen gestand wensen te doen.
xiv) In juli 2013 ontvingen de medisch specialisten van het Maasstad, het Ikazia en het Van Weel-Bethesda van het bestuur een brief waarin onder meer staat:
‘Wij hebben ook een beroep op u gedaan om vanuit uw kennis en kunde een bijdrage te leveren aan de doorstart. De inzet die u daarvoor levert is zowel op de lange termijn als op de korte termijn naar onze opvatting beslist noodzakelijk. Wij spreken onze waardering uit voor de additionele inspanning die u naast de praktijk in het eigen ziekenhuis levert ten behoeve van Spijkenisse Medisch Centrum.
Ons bereiken berichten dat de vrees bestaat dat vanuit de specialisten die voorheen verbonden waren aan het Ruwaard van Putten, een claim neergelegd zal worden bij medisch specialisten die vanuit de drie overnemende ziekenhuizen werkzaam zijn voor Spijkenisse Medisch Centrum. Een dergelijke claim zou bijvoorbeeld betrekking hebben op verloren gegane goodwill en inkomstenderving. De Raden van Bestuur van de overnemende ziekenhuizen hebben bij de planvorming dit punt uitdrukkelijk onder ogen gezien en hebben zich terzake laten adviseren. Op basis daarvan menen wij dat een dergelijke claim geen juridische basis heeft en niet toewijsbaar is.
Dat neemt niet weg dat er dezerzijds begrip is voor het feit dat dergelijke geluiden tot onrust leiden. Om die onrust weg te nemen heeft de Raad van Bestuur besloten u als medisch specialist te vrijwaren voor dergelijke aansprakelijkheden. Die vrijwaring ziet op aanspraken op schadevergoeding in verband met verloren gegane goodwill en inkomstenderving van medisch specialisten die een toelating hadden bij Stichting Ruwaard van Putten Ziekenhuis, welke direct of indirect voortvloeien uit de werkzaamheden die u verricht in Spijkenisse Medisch Centrum of welke werkzaamheden u verricht in het eigen ziekenhuis in verband met de doorstart van Spijkenisse Medisch Centrum.’
xv) Op 18 juli 2013 heeft het Van Weel-Bethesda aan [geïntimeerde] bericht:
‘Naar ik heb begrepen is de maatschap urologie per 24 juni 2013, op de dag van het faillissement van het Ruwaard van Puttenziekenhuis geëindigd; ook heb ik begrepen dat er geen plannen zijn om met de maten waaruit deze maatschap was samengesteld een nieuwe maatschap te vormen.
Nu de maatschap waarvan je deel uitmaakte – naar ik begrijp – is beëindigd en daarmee
de grondvan je toelating binnen ons ziekenhuis is weggevallen, is ook je toelating tot ons ziekenhuis van rechtswege geëindigd op 24 juni jl.’
xvi) In een document genaamd ‘Kaders samenwerking maatschappen Spijkenisse Medisch Centrum’, met als ondertitel ‘Kaders geformuleerd op basis van bijeenkomsten met voorzitters raden van bestuur, voorzitters medische staven en voorzitters van de stafmaatschappen van het Ikazia Ziekenhuis, Maasstad Ziekenhuis en Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis en een afvaardiging van de directie van het Spijkenisse Medisch Centrum’ d.d. 25 september 2013 staat onder meer:
‘Inzet Medisch specialisten Spijkenisse
Maatschappen hebben de vrijheid om te kiezen voor het wel of niet opnemen van de medisch specialisten uit het SMC binnen hun maatschap/coöperatie/in loondienst.
(…)
Voorwaarden samenwerking en transitie mogelijkheden
De maatschappen dienen tijdig (vóór 18-10-2013) kenbaar te maken of ze voornemens zijn om (een deel van) de medisch specialisten uit het SMC onderdeel te laten uitmaken van één van hun maatschappen (al dan niet in loondienst of als maat).
- Dit om ervoor te zorgen dat de medisch specialisten uit het SMC tijdig weten waar ze aan toe zijn.
- In zoverre dit mogelijk is zal een onderbouwing worden gegeven waarom er wel/geen plaats voor hen is in de toekomst. De voorzitters van de medische staven communiceren de uitkomst aan de medisch specialisten van het SMC.
Er kan voor gekozen worden om de medisch specialisten uit Spijkenisse een (tijdelijk) dienstverband aan te bieden onder de vlag van het SMC, totdat een meer definitief besluit genomen wordt. (…)
Minimaliseren van de volgende risico’s ten aanzien van Spijkenisse:
- Continuïteit van zorg in SMC door wegvallen medisch specialisten.
- Relatie met huisartsen als gevolg van niet opnemen van medisch specialisten uit Spijkenisse in de coöperatie.’
xvii) Aan [geïntimeerde] is op 28 oktober 2013 bericht dat hem (na afloop van de overeenkomst voor bepaalde tijd) geen arbeidsovereenkomst of toelatingsovereenkomst zal worden aangeboden.
xviii) Voorafgaand aan het einde van zijn dienstverband bij het SMC per 1 januari 2014, op 1 november 2013, heeft de bestuursvoorzitter van het SMC met [geïntimeerde] afgesproken dat deze laatste een time out neemt en dat het SMC in de tussentijd een waarnemer zal aantrekken. Vervolgens is op 6 november 2013 een vacature geopend voor een uroloog bij het SMC. In de vacature staat:
‘Bij gebleken geschiktheid kan toetreding tot de maatschap van het Van Weel-Bethesda ziekenhuis plaatsvinden.’
xix) Per brief van 11 november 2013 aan de medisch specialisten is de stand van zaken ten aanzien van de verdere vormgeving van het SMC weergegeven. Ten aanzien van urologie is daarbij bericht dat één uroloog geen dienstverband krijgt aangeboden en dat de formatie/inzet wordt geregeld vanuit het Van Weel-Bethesda.
xx) [geïntimeerde] is op 22 november 2013 per direct op non-actief gesteld (met behoud van inkomen tot het einde van zijn dienstverband, per 1 januari 2014).
xxi) Op 15 januari 2014 heeft [geïntimeerde] gesolliciteerd naar de onder xviii) genoemde vacature. Hierop is hem vanuit het SMC per brief van 17 januari 2014 medegedeeld dat hij niet zal worden uitgenodigd voor een gesprek. [geïntimeerde] had [appellant 2] op de hoogte gesteld van zijn sollicitatie in een brief van 15 januari 2014:
‘Ik begrijp dat jij het mandaat hebt gekregen om de urologiepraktijk van het Spijkenisse MC vanuit het VWB vorm te geven. Gezien mijn toelatingsovereenkomst met het Van Weel, die onverkort van kracht is, kan ik mijn expertise en kennis ook in dit opzicht gebruiken.
Ook is het in je eigen belang dat ik deze functie verkrijg. (…) onze maatschap (…) [bestaat] nog steeds. Uit de advertentie volgt dat jij en het Spijkenisse MC ook vinden dat onze maatschap nog steeds in takt is. Anders kan namelijk een uroloog, die werkzaam zal zijn in het Spijkenisse MC, niet op termijn tot onze maatschap toetreden. Mocht een andere uroloog de positie verkrijgen, dan wordt deze in staat gesteld om mijn praktijk voort te zetten en zich op termijn in mijn praktijk in te kopen. Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn dat jij de dan vastgestelde goodwill voor mijn praktijk volledig incasseert en profiteert van de (deels) door mij opgebouwde verdiencapaciteit.’
[appellant 2] heeft [geïntimeerde] in dit verband op 24 januari 2014 gemaild:
‘Nu jouw dienstverband met het smc niet is voortgezet wordt daarvoor een opvolger gezocht. De cooperatie geeft er de vo[o]rkeur aan de praktijk te laten voortzetten door een jonge uroloog die met jong elan de praktijk verder kan uitbouwen. We hebben daartoe binnenkort een gesprek met een “jonge klare”.’
‘Nog even een korte reactie. Het lijkt mij niet voor de hand te liggen dat, wanneer er een uroloog zich in Spijkenisse inkoopt, dat geld naar mij gaat, maar eerder naar (…) [jou].’
xxii) In een brief van 21 februari 2014 heeft het SMC nader uiteengezet waarom het [geïntimeerde] niet heeft uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek:
‘1. Na het faillissement is specialisten verbonden aan het voormalig Ruwaard van Putten Ziekenhuis een tijdelijke loondienst overeenkomst aangeboden. Aan deze tijdelijke overeenkomst (…) konden geen rechten voor de toekomst ontleend worden. Dit is in diverse gesprekken benadrukt. De tijdelijke arbeidsovereenkomst die [[geïntimeerde]] had is 31 december 2[01]3 van rechtswege geëindigd. Dit is [[geïntimeerde]] in een gesprek op 28 oktober 2013 medegedeeld. Hierbij is ook de reden, uitingen en gedrag van [[geïntimeerde]] en geen mogelijkheid tot samenwerking binnen de coöperatie ziekenhuizen, toegelicht.
2. [[geïntimeerde]] heeft inderdaad gesolliciteerd op de vacature en ik heb besloten hem niet uit te nodigen voor een gesprek. Dat kan niet als een verrassing zijn gekomen. Immers, zou Spijkenisse Medisch Centrum [[geïntimeerde]] de positie hebben willen aanbieden, dan was hem wel een verlenging van het dienstverband aangeboden. Ik heb in de periode 24 juni 2013 tot 22 november 2013 diverse gesprekken met [[geïntimeerde]] gevoerd. De uitingen (zowel intern en extern) die [[geïntimeerde]] in deze periode heeft gedaan, hebben mede geleid tot het besluit hem geen nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden en niet uit [te] nodigen voor een sollicitatiegesprek. (…)
5. (…) Wij zullen [[geïntimeerde]] geen nieuwe arbeidsovereenkomst aanbieden. Ook zullen wij hem niet in vrije vestiging toegang tot het Spijkenisse Medisch Centrum verlenen. (…) Vanaf 24 juni 2013 is duidelijk gemaakt dat specialisten in Spijkenisse Medisch Centrum altijd gelieerd moeten zijn aan een maatschap/vakgroep van de coöperatie ziekenhuizen. Reden hiervoor is dat door het beperkte zorgprofiel specialisten niet het volledige pallet van hun specialisme kunnen bedrijven. Een andere reden is dat de kwaliteit van zorg in het Spijkenisse Medisch Centrum gewaarborgd wordt door de maatschappen in de coöperatie ziekenhuizen.’
xxiii) De sollicitatieprocedure heeft niet geleid tot de benoeming van een uroloog.
xxiv) Momenteel wordt de functie urologie in het SMC ingevuld door de Maatschap Urologie Beneden de Maas die daartoe met het SMC een overeenkomst van opdracht heeft gesloten. Maten zijn [appellant 4], [appellant 6] [appellant 7] en [appellant 3]