Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 21 november 2017
[appellant],
Stichting Staedion,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
grief 1komt [appellant] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat er sprake is van een spoedeisend belang. Met
grief 2voert [appellant] aan dat de kantonrechter onvoldoende aandacht heeft besteed aan de persoonlijke omstandigheden van [appellant]. Daardoor kan, zo voert [appellant] aan, niet worden geconcludeerd dat het zeer waarschijnlijk is te achten dat de vordering van Staedion in een bodemprocedure toewijsbaar zal zijn.
Grief 3is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat [appellant] in strijd heeft gehandeld met de Opiumwet en dat Staedion daarom op goede gronden kon besluiten tot buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst. [appellant] voert aan dat de kantonrechter een te stringent toetsingskader heeft gehanteerd en onvoldoende aandacht heeft besteed aan het feit dat hij al bijna dertig jaar zonder problemen in de woning woont. Met
grief 4komt [appellant] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat de persoonlijke omstandigheden van [appellant] geen grond opleveren voor het oordeel dat het in de rede ligt dat de bodemrechter de buitengerechtelijke ontbinding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zal achten.
Grief 5is gericht tegen het oordeel dat het aannemelijk is te achten dat de bodemrechter zal oordelen dat Staedion op goede gronden de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst heeft ingeroepen en dat deze ontbinding stand zal houden.
Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 29 augustus 2017, met dien verstande dat de ontruiming binnen zeven dagen na betekening van dit arrest, maar niet eerder dan op 31 december 2017, zal kunnen plaatsvinden;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Staedion tot op heden begroot op € 716,- aan verschotten en € 2.235,- aan salaris advocaat en op € 131,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 68,- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden.