ECLI:NL:GHDHA:2017:2302
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vonnis inzake schuldsaneringsregeling en toekenning van schone lei
In deze zaak gaat het om de vernietiging van een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarbij aan de appellanten de schone lei was onthouden in het kader van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank had geoordeeld dat de appellanten toerekenbaar tekortgeschoten waren in de nakoming van hun verplichtingen, omdat zij een belastingschuld hadden van meer dan € 3.320,-- zonder een betalingsregeling te treffen. De bewindvoerder was ook tekortgeschoten in haar toezichthoudende rol, wat leidde tot een korting op haar salaris.
De appellanten hebben hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de mondelinge behandeling hebben zij betoogd dat de belastingschuld niet bovenmatig was en dat zij een betalingsregeling met de Belastingdienst hadden getroffen. De bewindvoerder heeft bevestigd dat de ten onrechte uitbetaalde bedragen aan de boedel zijn overgemaakt en dat er geen tekortkomingen waren in de nakoming van de verplichtingen door de appellanten.
Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake was van enige tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen door de appellanten. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd met toekenning van de schone lei. Tevens is vastgesteld dat de vorderingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling niet langer afdwingbaar zijn na de beëindiging van de regeling.