ECLI:NL:GHDHA:2017:1977
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- G.J. van Leijenhorst
- F.G.F. Peters
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de terugwerkende kracht van de crisisheffing in de Wet LB 1964
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag, waarin de rechtmatigheid van de terugwerkende kracht van de crisisheffing, zoals opgenomen in artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964, ter discussie staat. De belanghebbende heeft in 2013 en 2014 aanzienlijke bedragen aan pseudo-eindheffing hoog loon afgedragen, maar betwist de rechtmatigheid van deze afdrachten op basis van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, en de belanghebbende is in hoger beroep gegaan bij het Gerechtshof Den Haag.
Tijdens de procedure heeft het Hof vastgesteld dat de terugwerkende kracht van de crisisheffing geoorloofd is, en dat de wetgeving voldoende toegankelijk en voorzienbaar is. De belanghebbende stelt dat de crisisheffing een buitensporige last vormt, maar het Hof oordeelt dat de wetgever voldoende redenen had om deze regeling in te voeren, gezien de economische situatie en de noodzaak om het begrotingstekort te verlagen. Het Hof concludeert dat er geen strijd is met artikel 1 EP, en bevestigt de uitspraken van de rechtbank. De proceskosten worden niet toegewezen, en partijen worden gewezen op de mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.