Uitspraak
Uitspraak van 27 juni 2017
BK-17/00250 en BK-17/ [A] BV te [B] ,
,
,
,
,
,
,
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van verschillende vennootschappen tegen uitspraken van de Rechtbank Den Haag met betrekking tot de crisisheffing die is ingevoerd per 1 januari 2013. De belanghebbenden, die zich bezighouden met burgerlijke en utiliteitsbouw, hebben bezwaar gemaakt tegen de afdracht van de crisisheffing, die hen werd opgelegd op basis van hun loonheffingen. De Rechtbank had eerder de beroepen van de belanghebbenden ongegrond verklaard. In hoger beroep is de vraag aan de orde of de regeling in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, met name of de terugwerkende kracht van de regeling ontoelaatbaar is. De belanghebbenden stellen dat de crisisheffing hen een individuele buitensporige last oplegt, terwijl de Inspecteur van de Belastingdienst dit ontkent. Het Hof heeft de gronden van partijen in de gedingstukken geraadpleegd en concludeert dat de terugwerkende kracht van de crisisheffing geoorloofd is en dat er geen sprake is van een schending van de rechten van de belanghebbenden. Het Hof bevestigt de uitspraken van de Rechtbank en verklaart de hoger beroepen ongegrond. De beslissing is op 27 juni 2017 openbaar uitgesproken.