ECLI:NL:GHDHA:2017:1773
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wederindiensttredingsvoorwaarde en incidentele vordering ex artikel 843a Rv in arbeidsgeschil
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, gaat het om een arbeidsgeschil tussen [appellant] en [geïntimeerde]. [Appellant] was in dienst bij [geïntimeerde] als kandidaat gerechtsdeurwaarder, maar zijn arbeidsovereenkomst werd opgezegd na het verkrijgen van een ontslagvergunning van het UWV. De opzegging was onderworpen aan een wederindiensttredingsvoorwaarde, die inhield dat [geïntimeerde] binnen 26 weken na de opzegging geen nieuwe werknemers mocht aannemen voor vergelijkbare werkzaamheden zonder [appellant] eerst de kans te geven om terug te keren. [Appellant] stelde dat [geïntimeerde] deze voorwaarde had geschonden door twee nieuwe kandidaten in dienst te nemen binnen de gestelde termijn.
Na een comparitie van partijen en het indienen van grieven door [appellant], werd een incidentele vordering ingesteld op basis van artikel 843a Rv, waarin [appellant] inzage vroeg in het repertorium van [geïntimeerde] om het aantal ambtelijke handelingen van hemzelf en de nieuwe medewerkers te vergelijken. [Geïntimeerde] betwistte de noodzaak van deze inzage en stelde dat de reeds verstrekte gegevens voldoende waren. Het hof oordeelde dat [appellant] rechtmatig belang had bij de gevraagde inzage, maar dat de gegevens geanonimiseerd dienden te worden om de privacy van derden te waarborgen. Het hof wees de vordering toe, met de beperking van de periode waarover de gegevens verstrekt moesten worden, en hield de beslissing over proceskosten aan tot de hoofdzaak.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in arbeidsrelaties en de rechten van werknemers om informatie te verkrijgen die relevant is voor hun rechtspositie. Het hof heeft de vordering van [appellant] toegewezen, maar met de nodige waarborgen voor de privacy van betrokken derden.