2.3Voor zover thans van belang, heeft [verweerder] in eerste aanleg de kantonrechter verzocht bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
het op 27 mei 2016 gegeven ontslag te vernietigen;
te bepalen dat Stedin [verweerder] binnen uiterlijk twee dagen na de datum van de beschikking te werk moet stellen in zijn functie van Medewerker Klanten-service 3 met alle daarbij behorende taken, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag (of deel daarvan) dat Stedin na betekening van de beschikking in gebreke blijft aan een zodanige veroordeling te voldoen;
alsmede Stedin te veroordelen tot betaling aan [verweerder] van:
€ 2.774,05 bruto per maand, te vermeerderen met de persoonlijke garantie-toelage van € 568,35 bruto, vakantiegeld en overige emolumenten, zulks op de gebruikelijke wijze en tijdstippen, ingaande 27 mei 2016 en zolang de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd;
de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50% over de onder c) genoemde post;
de wettelijke rente over de onder c) en d) verzochte bedragen vanaf de dag dat die bedragen zijn verschuldigd;
subsidiair, voor het geval wordt geoordeeld dat sprake is van een terecht gegeven ontslag op staande voet, echter zonder dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verweerder] , dan wel het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is,
Stedin te veroordelen tot betaling aan [verweerder] van een transitievergoeding ad € 39.106,08 bruto, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
meer subsidiair, voor het geval [verweerder] ervoor kiest om te berusten in de opzegging van de arbeidsovereenkomst,
Stedin te veroordelen tot betaling aan [verweerder] van:
een billijke vergoeding conform artikel 7:681 BW, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
een bedrag ter hoogte van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren conform artikel 7:672 lid 9 BW, neerkomend op € 13.369,60 bruto, te vermeerderen met vakantietoeslag en eindejaarsuitkering, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
de transitievergoeding van € 39.106,08 bruto, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
de wettelijke rente over de onder g) tot en met i) verzochte bedragen vanaf de dag dat die bedragen zijn verschuldigd;
dit alles met veroordeling van Stedin in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.