ECLI:NL:GHDHA:2017:1128
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake teruggaafverzoek omzetbelasting en ontvankelijkheid van het verzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het verzoek om teruggaaf van omzetbelasting werd afgewezen. Het verzoek was ingediend op 27 februari 2014 en betrof een periode van 1 augustus 2007 tot en met 31 juli 2011. De Inspecteur van de Belastingdienst had het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij van mening was dat de vorderingen niet definitief oninbaar waren. De rechtbank had het beroep van [X] B.V. ongegrond verklaard, maar in hoger beroep oordeelt het Gerechtshof Den Haag dat het verzoek om teruggaaf ontvankelijk is. Het Hof stelt vast dat het recht op teruggaaf pas is ontstaan op het moment dat de curator van [Y] B.V. op 14 januari 2014 meedeelde dat de beschikbare baten in de boedel ontoereikend waren om de concurrente crediteuren te voldoen. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur niet heeft aangetoond dat de vorderingen van [X] B.V. eerder oninbaar waren. Het verzoek om teruggaaf wordt toegewezen, en de Inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten en griffierechten.