Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 5 april 2016
Van Stockum, Belinfante & Coebergh B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
- een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst geldig is vernietigd met de partiële vernietiging - althans voor zover nodig vernietiging van de overeenkomst;
- veroordeling van Van Stockum tot betaling van het tekort in het faillissement;
- een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst geldig is vernietigd met de partiële vernietiging - althans voor zover nodig vernietiging van de overeenkomst;
- ontzegging van de werking van de vernietiging ex art. 3:53 BW met oplegging aan Van Stockum van de verplichting het door haar onbillijk genoten voordeel aan de curator uit te keren;
- veroordeling van Van Stockum tot betaling van het tekort in het faillissement;
vraagprijsis het verschil ten opzichte van de
werkelijke koopprijs, welk verschil dus alleen of in hoofdzaak de waardering betreft van de goodwill, niet zodanig dat kan worden gesproken van een situatie waarin de waarde van de verbintenis aan de zijde van [de vennootschap] aanmerkelijk die der verbintenis aan de zijde van Van Stockum overtreft. De curator heeft onvoldoende aangevoerd om ervan uit te gaan dat in 2012 een goodwill vergoeding van
Beslissing
- bekrachtigt het bestreden vonnis van de rechtbank Den Haag van 15 april 2015;
- wijst af hetgeen in hoger beroep meer of anders is gevorderd dan in eerste aanleg;
- veroordeelt de curator in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Van Stockum tot op heden begroot op € 711,- aan verschotten en € 894,- aan salaris advocaat;
- verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.