Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Het hof wijst op de verklaringen van de getuige [getuige 1]. De verdachte noemde [getuige 1] een vriendin van haar, iemand die zij kon vertrouwen. [getuige 1] woonde destijds samen met [getuige 2], die eveneens als getuige is gehoord. Zij hebben de verdachte en [vriend] een paar dagen onderdak geboden toen laatstgenoemden op de vlucht waren. [getuige 1] heeft verklaard dat de verdachte heeft verteld dat zij een man had gewurgd, omdat die man haar wilde verkrachten. [vriend] zou er niet bij zijn geweest. Hij kwam de woning pas binnen op het moment dat het slachtoffer al was overleden. Hij zou de verdachte van het slachtoffer af hebben moeten trekken. [getuige 2] heeft in dezelfde lijn verklaard. Deze verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] bieden dus steun voor de bekennende verklaringen van de verdachte, zij het dat de verklaringen over de aanleiding voor en de manier van verwurging enigszins uiteen lopen.
De verdachte heeft bovendien tijdens haar voorarrest brieven/dagboekaantekeningen geschreven, onder meer luidende: “Ik heb een verklaring afgelegd (..) Er was zoveel bewijs (..) Nu weten ze de waarheid” en “Ik heb een verklaring afgelegd, ik wil niet dat jij hiervoor veroordeelt wordt, dat zou gewoon niet eerlijk zijn”.
Zo schreef de verdachte in haar dagboek: “Hij (het hof begrijpt: [vriend]) moet morgen naar Middelburg, voor verhoor bij de R.C., ik hoop maar dat ‘ie op zwijgrecht blijft zitten, dat ‘ie het niet verneukt! Want ik heb een hele grote opoffering voor hem gedaan, omdat ik verschrikkelijk veel van ‘m hou (..) Ik hoop gewoon dat ‘ie waardeert wat ik voor ‘m doe (..) Soms denk ik wel van ‘Wat doe ik mezelf aan?’ (..) Maak ik nu de grootste fout van m’n leven? Ben ik loyaler geweest dan goed voor me is? Waardeerd hij wat ik voor hem doe, en handelt ‘ie daar ook naar? Of laat ‘ie mij straks keihard vallen? (..) Weet je, ik heb hem ’n belofte gemaakt, dat ik hem er niet (alleen) voor op zou laten draaien (..) ik hoop door hem te laten zien dat ik mijn belofte nakom, en dat ik echt loyaal aan hem ben, dat hij dat ook echt naar mij is (..) Als ik op zwijgrecht was blijven zitten had hij automatisch de schuld gekregen. Maar dat doe ik niet, zoals beloofd, en ik hoop zó dat hij dat waardeerd”.
Naast de verklaringen van voornoemde getuigen is er ook een aantal afgeluisterde telefoongesprekken, waaruit zou kunnen worden afgeleid dat [vriend] degene is die het slachtoffer van het leven heeft beroofd. Zo spreekt de moeder van [vriend] in een telefoongesprek over haar zoon, die “door het lint was gegaan”, “iemand zijn strot had dichtgeknepen” en “zeker voor twaalf jaar zou gaan”. En ook de hiervoor aangehaalde dagboekaantekeningen, waarin de verdachte schrijft dat zij een hele grote opoffering voor [vriend] heeft gedaan en zij zich afvraagt of hij dat zal waarderen en of zij niet te loyaal is geweest, kunnen worden gelezen als ondersteunend voor het door de verdediging aangedragen alternatieve scenario.
- bij de bekennende verklaringen van de verdachte vraagtekens zijn te zetten, en
- het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat die het door de verdediging aangedragen alternatieve scenario dat [vriend] het slachtoffer heeft gedood kunnen weerleggen, waardoor in redelijkheid aan de juistheid van het ten laste gelegde kan worden getwijfeld, en
- er ook overigens geen objectieve onderzoeksgegevens of andere bewijsmiddelen voorhanden zijn die het daderschap van de verdachte kunnen onderbouwen,