ECLI:NL:GHDHA:2016:4404

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
29 november 2016
Publicatiedatum
13 september 2018
Zaaknummer
200.131.549-01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in aandelenlease-zaak met Dexia Nederland B.V. en geïntimeerde

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een geïntimeerde. Het hof heeft in een tussenarrest van 12 januari 2016 overwogen dat partijen zich mochten uitlaten over de (on)eerlijkheid van bepaalde bedingen, nadat de Hoge Raad uitspraak zou doen over vragen die door het Gerechtshof Amsterdam waren gesteld. De zaak is vervolgens naar de rol van 6 september 2016 verwezen voor het nemen van een akte door Dexia, die op 20 september 2016 is ingediend. De geïntimeerde heeft op 18 oktober 2016 een antwoordakte ingediend. Het hof heeft besloten de zaak aan te houden totdat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan op de prejudiciële vragen. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen van 53 weken na heden, met de mogelijkheid voor de meest gerede partij om de zaak vervroegd op de rol te plaatsen zodra de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.131.549/01
Zaaknummer rechtbank : 1323572 CV EXPL 12-1091

arrest van 29 november 2016

inzake

Dexia Nederland B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
appellante,
hierna te noemen: Dexia,
advocaat: mr I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna te noemen: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. J.B. Maliepaard te Bleiswijk.

Het verdere verloop van het geding

Bij tussenarrest van 12 januari 2016 is de zaak naar de rol van 6 september 2016 verwezen voor het nemen van een akte door Dexia. Dexia heeft op 20 september 2016 een akte genomen en [geïntimeerde] op 18 oktober 2016 een antwoordakte.
Daarna is arrest bepaald.

Beoordeling van het hoger beroep

1. Het hof blijft bij hetgeen hij in zijn tussenarrest van 12 januari 2016 heeft overwogen en beslist.
2. In genoemd arrest heeft het hof overwogen dat partijen – nadat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan over de door gerechtshof Amsterdam gestelde vragen over de (on) eerlijkheid van bedingen als artikel 6 van de Bijzondere Voorwaarden – zich daarover mogen uitlaten. Het hof heeft, in de veronderstelling dat de Hoge Raad de vragen in juli 2016 zou hebben beantwoord, de zaak naar de rol verwezen van 6 september 2016. Daar de Hoge Raad nog geen uitspraak heeft gedaan, hebben partijen nog niet inhoudelijk kunnen reageren en zal het hof de zaak thans aanhouden totdat de Hoge Raad heeft beslist op de prejudiciële vragen. Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen van 53 weken na heden en bepalen dat de zaak door de meest gerede partij vervroegd op de rol kan worden geplaatst, zodra de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan.

Beslissing

Het hof:
- verwijst de zaak naar de rol van 53 weken na heden voor het nemen van akte aan de zijde van Dexia met het doel zoals vermeld in rechtsoverweging 5. van het tussenarrest van 12 januari 2016, ambtshalve peremptoir;
- bepaalt dat zodra de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan de meest gerede partij de zaak vervroegd op de rol mag plaatsen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.J. van der Ven, A.J.M.E. Arpeau en M.M. Olthof en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.