ECLI:NL:GHDHA:2016:4347

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
21 maart 2016
Publicatiedatum
30 maart 2017
Zaaknummer
22-002780-15
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1987, was niet verschenen ter terechtzitting in hoger beroep en had geen schriftuur met grieven ingediend tegen het eerdere vonnis. De advocaat-generaal heeft ter zitting gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, gezien zijn afwezigheid en het ontbreken van bezwaren.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen grieven heeft ingediend en ook geen mondelinge bezwaren heeft opgegeven tijdens de zitting. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof geen redenen gezien voor een inhoudelijke behandeling van de zaak. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken in het openbaar. Het arrest is gewezen door de rechters N. Schaar, H.M.A. de Groot en T.B. Trotman, met griffier G. Schmidt-Fries. Mr. H.M.A. de Groot was buiten staat om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

rolnummer 22-002780-15
parketnummer 09-818372-15
datum uitspraak 21 maart 2016
VERSTEK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 10 juni 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:

[adres],

geboren te [plaats] op [dag] 1987,
[adres].
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 21 maart 2016 gevorderd dat de niet ter terechtzitting in hoger beroep verschenen verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte heeft niet een schriftuur met grieven tegen het vonnis ingediend. Evenmin heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof ziet ambtshalve geen redenen voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep. Daarom zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. N. Schaar,
mr. H.M.A. de Groot en mr. T.B. Trotman, in bijzijn van de griffier mr. G. Schmidt-Fries.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 maart 2016.
Mr. H.M.A. de Groot is buiten staat dit arrest te ondertekenen.