ECLI:NL:GHDHA:2016:4215
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- G.J. van Leijenhorst
- J.J.J. Engel
- W.M.G. Nieuwenhuizen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aftrekbaarheid swapovereenkomst als eigen woningschuld
In deze zaak gaat het om de vraag of de swapovereenkomst van belanghebbende deel uitmaakt van de eigen woningschuld en of de daarmee samenhangende kosten als aftrekbare woningrente kunnen worden aangemerkt. Belanghebbende, woonachtig in Zwitserland, heeft tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag hoger beroep ingesteld. De rechtbank had eerder de bezwaren van belanghebbende tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2009, 2010 en 2011 ongegrond verklaard. De inspecteur van de Belastingdienst had aanslagen opgelegd op basis van de belastbare inkomens van belanghebbende, die aanzienlijk waren, en had de bezwaren van belanghebbende tegen deze aanslagen afgewezen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 juli 2016 heeft het Hof de feiten vastgesteld en de standpunten van partijen gehoord. Belanghebbende stelde dat de swapovereenkomst, die was afgesloten ter herfinanciering van zijn leningen, onderdeel uitmaakt van de eigen woningschuld en dat de kosten die hiermee gepaard gaan, aftrekbaar zijn. De inspecteur betwistte dit en stelde dat de swapovereenkomst en de eigenwoningschuld als twee afzonderlijke contracten moeten worden beschouwd.
Het Hof oordeelde dat de swapovereenkomst in samenhang met de hypothecaire leningen moet worden bezien. Het Hof concludeerde dat de kosten van de swapovereenkomst niet kunnen worden aangemerkt als kosten die rechtstreeks verbonden zijn aan de eigenwoningschuld, maar dat de vaste rente die voortvloeit uit de swapovereenkomst wel als aftrekbaar kan worden beschouwd. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verlaagde de aanslagen voor de jaren 2009, 2010 en 2011, waarbij het de inspecteur veroordeelde in de proceskosten van belanghebbende.