Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 1 maart 2016
[appellant],
[geïntimeerde],
Het verdere geding
De beoordeling van het hoger beroep
Op mijn schrijven van 17 december 2013 heb ik tot op heden geen reactie van u mogen ontvangen. Zoals u bekend heb ik met de expliciete instemming van u, bovengenoemde ruimte per 1 december 2013 verhuurd aan derden.
eerste griefbetoogt [appellant] dat de kantonrechter hem ten onrechte heeft veroordeeld tot betaling van de huurachterstand. Hij beroept zich daartoe
primairop zijn opschortingsrecht. Met toestemming van [geïntimeerde], althans haar echtgenoot [X], heeft [appellant] de ruimte onderverhuurd aan de familie [Y], maar de onderhuurders zouden het gehuurde niet hebben kunnen betreden, omdat het toegangshek tot het gehuurde pand was afgesloten en voorzien was van een nieuw slot. Bij brief van 17 december 2013 heeft [appellant] [X] geschreven over het niet kunnen betreden van het gehuurde en bij brief van 4 januari 2014 heeft [appellant] [X] en [geïntimeerde] (opnieuw) in gebreke gesteld, aldus nog steeds [appellant].
tweede griefheeft betrekking op de buitengerechtelijke kosten.