Uitspraak
Uitspraak van 11 oktober 2016
[X] wonende te [Z] , belanghebbende,
Aanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Loop van het geding in hoger beroep
Vaststaande feiten
Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen
Conclusies van partijen
Oordeel van de Rechtbank
Beoordeling van het hoger beroep
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond,
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissing omtrent de boetes,
- vernietigt de uitspraken op bezwaar, behoudens de beslissingen omtrent de boetes,
- vermindert de aanslag IB/PVV voor het jaar 2009 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 194.594 (= € 204.651 -/- € 10.057),
- vermindert de aanslag IB/PVV voor het jaar 2010 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 275.833 (= € 285.890 -/- € 10.057),
- vermindert de aanslag IB/PVV voor het jaar 2011 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 275.073 (= € 862.687 -/- € 20.114 -/- € 567.500),
- vermindert de heffingsrentebeschikkingen dienovereenkomstig,
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 3.348, en
- gelast de Inspecteur de in beroep en in hoger beroep betaalde griffierechten van in totaal € 169 aan belanghebbende te vergoeden.
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.