Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.Het verloop van het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
- i) Linde is een bedrijf dat zich bezighoudt met de productie, levering en distributie van (onder meer) industriële gassen.
- ii) [geïntimeerde] is in 2003 in dienst getreden bij Linde. Hij was in de periode 1 juli 2013 tot 1 oktober 2015 werkzaam als hoofd van de afdeling Plan & Source PGP Benelux. Hierna is hij werkzaam geweest als CSCM Program Manager bij een andere afdeling. [geïntimeerde] verdiende laatstelijk € 6.380,- bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
- iii) In het voorjaar van 2013 kreeg de afdeling Plan & Source PGP Benelux de opdracht tot het laten verschroten van ongeveer 5.000 acetyleencilinders. In november 2013 werd de opdracht tot het verschroten gegund aan Zemo V.O.F. Metaalrecycling & Metaalhandel (hierna: Zemo). Zemo heeft de opdracht laten uitvoeren door Groenleer Metaalrecycling B.V.
- iv) Op 18 november 2013 heeft het eerste transport van acetyleencilinders naar Zemo plaatsgevonden.
- v) Op 23 januari 2014 is door Groenleer geconstateerd dat bij de verschroting van de door Linde aangeleverde acetyleencilinders asbest is vrijgekomen. Hiervan is melding gemaakt bij de Inspectie SZW.
- vi) Medio mei 2014 heeft het Openbaar Ministerie naar aanleiding van het asbestincident een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. In dit onderzoek zijn onder meer Linde en [geïntimeerde] aangemerkt als verdachten.
- vii) Linde heeft op 3 december 2015 het eind-proces-verbaal van het Openbaar Ministerie ontvangen. Nadat Linde het eind-proces-verbaal had bestudeerd, heeft er op 21 december 2015 een gesprek plaatsgevonden tussen Linde en [geïntimeerde].
- viii) [geïntimeerde] is op 24 december 2015 op staande voet ontslagen. De ontslagbrief luidt, voor zover relevant:
grieven 1 tot en met 4aangevoerd dat er sprake is van een dringende reden voor ontslag en dat dit ontslag ook onverwijld is gegeven. Linde heeft daartoe het volgende gesteld. Acetyleen wordt opgeslagen in cilinders die zijn gevuld met een vaste poreuze stof, waardoor het gas wordt verdeeld in de cilinder. In het verleden werd in de cilinders asbest verwerkt. [geïntimeerde] was als hoofd van de afdeling eindverantwoordelijk voor het verschroten van de acetyleencilinders. [geïntimeerde] heeft in de voorbereiding van de verschrotingswerkzaamheden en bij het sluiten met het contract met Zemo geen rekening gehouden met het feit dat acetyleencilinders asbest kunnen bevatten. Hij heeft Zemo ook niet gemeld dat sprake kon zijn van asbest. Direct na het incident heeft Linde enkele malen aan [geïntimeerde] gevraagd of hij vóór of ten tijde van het verschroten op de hoogte was van het risico dat acetyleencilinders asbest konden bevatten, waarop [geïntimeerde] steevast heeft geantwoord dat hij geen kennis had van het risico dat ook de cilinders van na 1968 asbest konden bevatten en dat hij destijds niet wist dat hij de toepasselijke regelgeving overtrad. Na de ontvangst van het eindproces-verbaal van het Openbaar Minister heeft Linde ontdekt dat deze mededelingen onjuist waren, aldus Linde.
al flessen voor ons verwerkte, kwam hij eigenlijk met het verhaal zo van., ik heb dat en dat gehoord. Ik zeg, ja daar zijn we mee bezig, maar dat is wel eh… kan je dat dan. Nou, heb ik het hem allemaal uitgelegd wat dat was en moest hij zelf maar kijken van hoe en wat, en zo is het gaan rollen.
grieven 2 tot en met 7aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat sprake is van zodanig verwijtbaar handelen of nalaten dat van Linde in redelijkheid niet kan worden gevergd dat zij de arbeidsovereenkomst laat voortduren.
grief 8betoogd dat de kantonrechter de datum van ontbinding niet correct heeft berekend. Hij voert aan dat het verzoekschrift tot ontbinding op 29 februari 2016 door Linde is ingediend en de beschikking op 31 maart 2016 is uitgesproken, zodat de ontbindingsprocedure 31 dagen heeft geduurd. Bij een opzegtermijn van drie maanden zou de ontbindingsdatum 1 juni 2016 moeten zijn. Naar het oordeel van het hof is deze gedachtegang juist; Linde heeft dit ook niet bestreden. Het hof zal derhalve de beschikking van de kantonrechter in zoverre vernietigen en zal de ontbindingsdatum vaststellen op 1 juni 2016.