Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 29 november 2016
1. Allianz Benelux N.V., h.o.d.n. Allianz Nederland Schadeverzekering N.V.,
2. Reaal Schadeverzekeringen N.V.,
3. HDI Gerling Verzekeringen N.V.,
[geïntimeerde] ,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
- Dekra Experts B.V. (hierna: Dekra)
- Gorissen & Van der Zande (hierna: Gorissen) en
RvdW2011/916 – het volgende voorop. De rechter dient bij de beantwoording van de vraag of hij de conclusies waartoe een deskundige in zijn rapport is gekomen in zijn beslissing zal volgen, alle ter zake door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden in aanmerking te nemen en op basis van die aangevoerde stellingen in volle omvang te toetsen of aanleiding bestaat van de in het rapport geformuleerde conclusies af te wijken (vgl. HR 19 oktober 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5172,
RAV2007/60). Indien de rechter in een geval dat de geleerde opinie van andere, door een der partijen geraadpleegde, deskundigen op gespannen voet staat met die van de door de rechter benoemde deskundigen, de zienswijze van de door hem aangewezen deskundige volgt, zal de rechter zijn beslissing in het algemeen niet verder behoeven te motiveren dan door aan te geven dat de door deze deskundige gebezigde motivering zeker als deze vooral is gebaseerd op bijzondere kennis, ervaring en/of intuïtie, hem overtuigend voorkomt. De rechter zal op specifieke bezwaren van partijen tegen de zienswijze van de door hem aangewezen deskundige moeten ingaan, als deze bezwaren een voldoende gemotiveerde betwisting inhouden van de juistheid van deze zienswijze (vgl. HR 5 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AN8478,
NJ2004/74). Ten aanzien van zijn beslissing om de bevindingen van deskundigen al dan niet te volgen, geldt voor de rechter een beperkte motiveringsplicht (vgl. HR 19 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4476,
NJ2011/121).
NJ2007/482). Niet geheel uitgesloten is dat het onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou kunnen zijn dat Allianz c.s. volstaat met vergoeding van de wettelijke rente in plaats van de hogere schade door de onteigening, maar voor het aannemen van zodanige omstandigheden is in deze zaak door [geïntimeerde] onvoldoende gesteld. Zo is weliswaar gesteld dat Allianz eind mei 2012 ervan op de hoogte is gesteld dat het schip kort nadien niet meer beschikbaar zou zijn voor verder onderzoek, maar onvoldoende aangevoerd om aannemelijk te maken dat [geïntimeerde] heeft gevraagd om een voorschot om het schip te kunnen wegslepen en zo onteigening te voorkomen.
geenovereenstemming tussen de experts zou zijn over de casco schade hetwelk naar onze mening
welhet geval is.
tel 22/A Bart Slagter
Beslissing
te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.649.900, vanaf 18 mei 2011 en over € 134.619,50 vanaf 18 februari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;