Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
spreekt de verdachtedaarvan
vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Suriname in 1965, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis, waarvan 20 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling, die betrekking had op de wederrechtelijke toeeigening van goederen die toebehoorden aan de gemeente Zoetermeer.
De tenlastelegging betrof het opzettelijk zich wederrechtelijk toeeigenen van laptops, mobiele telefoons, schoonmaakproducten en multivitaminen in de periode van 12 april 2013 tot en met 6 juli 2013. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de terechtzittingen in eerste aanleg en het hoger beroep. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zou worden bevestigd.
Het hof oordeelde echter dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had begaan. Er was onvoldoende bewijs dat de goederen die in de auto van de verdachte waren aangetroffen, daadwerkelijk afkomstig waren van de afdeling afvalinzameling van de gemeente Zoetermeer. De verdachte had verklaard dat de goederen mogelijk van hemzelf waren. Ook de rode Nokia-telefoon, die in het dossier was opgenomen, kon niet met zekerheid aan de verdachte worden toegeschreven. Het hof heeft daarom het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.