ECLI:NL:GHDHA:2016:3301

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2016
Publicatiedatum
3 november 2016
Zaaknummer
22-000867-16
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van wederrechtelijke toeeigening door medewerker gemeente

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Suriname in 1965, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis, waarvan 20 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling, die betrekking had op de wederrechtelijke toeeigening van goederen die toebehoorden aan de gemeente Zoetermeer.

De tenlastelegging betrof het opzettelijk zich wederrechtelijk toeeigenen van laptops, mobiele telefoons, schoonmaakproducten en multivitaminen in de periode van 12 april 2013 tot en met 6 juli 2013. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de terechtzittingen in eerste aanleg en het hoger beroep. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zou worden bevestigd.

Het hof oordeelde echter dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had begaan. Er was onvoldoende bewijs dat de goederen die in de auto van de verdachte waren aangetroffen, daadwerkelijk afkomstig waren van de afdeling afvalinzameling van de gemeente Zoetermeer. De verdachte had verklaard dat de goederen mogelijk van hemzelf waren. Ook de rode Nokia-telefoon, die in het dossier was opgenomen, kon niet met zekerheid aan de verdachte worden toegeschreven. Het hof heeft daarom het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000867-16
Parketnummer: 09-837236-14
Datum uitspraak: 14 oktober 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 15 februari 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortejaar] 1965,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
30 september 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis, waarvan 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Voorts is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 12 april 2013 tot en met 6 juli 2013 te Zoetermeer opzettelijk onder meer 5, althans een of meer laptop(s) en/of een of meerdere mobiele telefoons (waaronder een telefoon merk Nokia voorzien van een sticker met de tekst [telefoonnummer]) en/of schoonmaakproducten en/of 2 doosjes multivitaminen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer en/of de gemeente Zoetermeer en/of het Zelfbrengdepot van de gemeente Zoetermeer, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als medewerker van de gemeente Zoetermeer, afdeling Afvalinzameling, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de verdachte een aantal spullen die in zijn auto zijn aangetroffen en die in de tenlastelegging zijn opgenomen, te weten een aantal laptops en telefoons (niet zijnde de rode Nokia-telefoon), schoonmaakproducten en doosjes multivitaminen, uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van medewerker van de gemeente Zoetermeer onder zich had, nu uit het verhandelde ter terechtzitting niet is gebleken dat deze goederen bij de afdeling afvalinzameling van de gemeente Zoetermeer zijn geregistreerd als afval dat daar door burgers is afgegeven. Derhalve is niet uit te sluiten dat het goederen van de verdachte zelf zijn, zoals hij heeft verklaard.
Ten aanzien van de aangetroffen rode Nokia-telefoon met nummer [telefoonnummer] waarvan uit het dossier kan worden afgeleid dat deze bij de afvalinzameling van de gemeente Zoetermeer door een burger is afgegeven, heeft de verdachte ontkend dat deze in zijn auto is aangetroffen en heeft hij voorts verklaard dat het overigens niet is uitgesloten dat deze telefoon terecht is gekomen in een container waar ook de andere onder hem in beslag genomen spullen lagen. Het hof heeft geconstateerd dat het dossier met betrekking tot de wijze waarop de Nokia-telefoon in beslag is genomen, geen nauwkeurige verslaglegging bevat zodat niet kan worden uitgesloten dat hetgeen de verdachte heeft verklaard juist is.
Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en
spreekt de verdachtedaarvan
vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. H.J. van Kooten,
mr. C.J. van der Wilt en mr. G.P.A. Aler, in bijzijn van de griffier mr. S. Imami.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 14 oktober 2016.
Mr. C.J. van der Wilt en mr. G.P.A. Aler zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.