Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 8 november 2016
in de zaak met bovenvermeld zaaknummer van:
ECONOSTO NEDERLAND B.V.,
appellante,
nader te noemen: Econosto,
ITEC B.V.,gevestigd te Zaltbommel,
hierna te noemen: Itec,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
(2.1) (De rechtsvoorgangster van) Itec heeft in 2004 met Econosto een zogenoemde 'Ducoflowovereenkomst' gesloten, waarbij Itec aan Econosto een printerpark met toebehoren ter beschikking heeft gesteld en waarbij afspraken zijn gemaakt omtrent prijs, (afdruk)volume, onderhoud en (voorfinanciering) afkoopsom vorige leverancier. Deze overeenkomst had een looptijd van 60 maanden.
(2.2) In § 1.2 van de overeenkomst wordt uitgegaan van reële maandvolumes (poolvolume), met de mogelijkheid om iedere 12 maanden de actuele stand van zaken te bekijken en waar nodig aan te passen, zoals bijplaatsing of conversie van machines, aanpassing contractvolume en afdrukprijs, (hierna: het Aanpassingsbeding).
Blijkens deze paragraaf is een dergelijke aanpassing mogelijk tot 25% van het oorspronkelijk afgesproken jaarvolume, indien dit niet wordt ingevuld door een branchegerelateerde leverancier (hierna ook: de bijbehorende Voorwaarden). Wanneer van het Aanpassingsbeding gebruik wordt gemaakt leidt dit tot een nieuwe looptijd van de overeenkomst van 60 maanden en een nieuw overeengekomen maandbedrag.
(2.3) In § 1.2 van de overeenkomst is tevens voorzien in jaarlijkse verrekening van meer of minder afdrukken, (hierna: het Verrekenbeding).
(2.4) In 2007 en 2008 heeft Econosto gebruik gemaakt van het Aanpassingsbeding, zoals vastgelegd in de in rechtsoverweging 2.2 van het bestreden vonnis genoemde formulieren. Toen zijn telkens afspraken aangepast. De overeenkomst tussen partijen heeft uiteindelijk een looptijd gehad tot 1 december 2013. Econosto heeft de overeenkomst rechtsgeldig opgezegd tegen het einde van de looptijd en een andere leverancier gecontracteerd.
(2.5) In verband met de transitie naar de nieuwe leverancier heeft Econosto reeds voor de einddatum van de overeenkomst met Itec de nieuwe leverancier apparatuur laten installeren en inregelen. Econosto is hierdoor het laatste jaar (eind 2012/ 2013) het gebruik van apparatuur van Itec gaan afbouwen. Dit heeft tot gevolg gehad dat in deze periode van de overeenkomst minder afdrukken werden gemaakt dan het overeengekomen poolvolume.
(2.6) Econosto heeft de facturen van Itec over 2013 slechts gedeeltelijk betaald, zodat in hoofdsom een vordering van Itec resteerde van € 132.150,78 (specificatie in rechtsoverweging 3.2 vonnis), die thans (in conventie) voorwerp van geschil is.
(2.7) Econosto heeft zich tegen de vordering van Itec verweerd met een beroep op verrekening en onverschuldigde betaling.
Econosto heeft daartoe in de eerste plaats het Verrekenbeding (minder afdrukken in 2013) ingeroepen. Dit betreft volgens Econosto een bedrag van € 71.683,21. Daarnaast heeft Econosto betoogd dat de verschuldigde afkoopsom (zie rechtsoverweging 2.1 van dit arrest) na 60 maanden was voldaan, maar dat Itec ten onrechte ook in de 40 maanden daarná een bedrag aan afkoopsom, plus indexering, aan haar is blijven doorbelasten. Dit betreft volgens Econosto (incl. btw) een bedrag van € 221.015,--. Per saldo heeft zij daarom naar haar zeggen geen schuld aan Itec maar een vordering op Itec van in hoofdsom € 175.016,47. (Specificatie van dit bedrag in rechtsoverweging 3.4 vonnis). Econosto vordert dit bedrag (in reconventie) van Itec.
(2.8) De kantonrechter heeft beide weren van Econosto verworpen, de vordering van Itec, met rente, toegewezen en de vordering van Econosto afgewezen.
Verdere beoordeling in hoger beroep
Naast het primaire beroep op onverschuldigde betaling, heeft Econosto in hoger beroep ten aanzien van de afkoopsom subsidiair een beroep op dwaling gedaan en partiële vernietiging van de overeenkomst gevorderd, voor zover het de verlenging van de aflossingstermijn van 60 maanden betreft.
Beoordeling van de grieven I en II (het Verrekenbeding)
Itec stelt zich op het standpunt dat Econosto niet gerechtigd is het Verrekenbeding in te roepen, omdat de bijbehorende Voorwaarden zich daartegen verzetten. Econosto stelt zich daarentegen op het standpunt dat de bijbehorende Voorwaarden slechts betrekking hebben op het Aanpassingsbeding en dat het Verrekenbeding daar los van staat.
De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
In dit verband zal het hof allereerst een aantal relevante bepalingen uit de Ducoflowovereenkomst weergegeven (met onderstreping door het Hof).
“1.2 DOCUFlow overeenkomst
Daarnaast benadrukt het hof dat het Verrekenbeding en het Aanpassingsbeding in samenhang dienen te worden gelezen. Het hof onderschrijft het oordeel van de kantonrechter in rechtsoverwegingen 4.5 en 4.6 van het vonnis en neemt deze beoordeling over. De omstandigheid dat de betreffende bijbehorende Voorwaarden niet (opnieuw) zijn opgenomen bij het Verrekenbeding (van § 1.2 ) en bij de eerste alinea van § 1.3 (omtrent het opnemen van de tellerstanden) is niet van dien aard dat een andere uitleg zou dienen te prevaleren. De grieven worden verworpen.
Beoordeling van grief III (de Afkoopsom)Grondslag onverschuldigde betaling
“1.1 Voorstel vervangen huidige printerpark
per maand all-in € 10.000,00 gebaseerd op de aantallen printers zoals benoemd in de matrix hierboven. De prijs zal derhalve niet veranderen op basis van het hier bovengenoemd volume, aantal printers en modellen.
. De afkoopsom is bedoeld voor de afkoop van de huidige overeenkomst voor het gehele printerpark met NRG. (…)”
Grief III wordt verworpen.
Beroep op dwaling
Slotsom
Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, zittinghoudende te Rotterdam, van 31 oktober 2014;
- wijst af het door Econosto in hoger beroep meer of anders gevorderde;
- veroordeelt Econosto in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Itec tot op heden begroot op € 5.160,-- aan verschotten en € 13.052,-- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.