Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[de verdachte],
1. Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
2. Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep
3. Omvang van het hoger beroep
4. De benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
een of meertijdstip
(pen
)in of omstreeks de periode van 4 april 2008 tot en met 30 januari 2012
te Den Haag en/of eldersin Nederland, meermalen,
althans eenmaal (telkens
)met het oogmerk om zich en/of
(een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens
) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
een of meerperso
(o)n
(en
) (telkens
) (op valse gronden
)heeft bewogen tot de afgifte van
(een
)geldbedrag
(en), althans een goed, te weten:
(AG-4)en
/of
(AG 5)en
/of
(AG 6)en
/of
(AG-7)en
/of
(AG 8)en
/of
(AG 9)en
/of
(AG-10)en
/of
(AG 11)en
/of
(AG 12)en
/of
(AG 13)en
/of
(AG 14)en
/of
en/of 75.000 euro (AG 15),
(telkens
)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/ofbedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
(telkens
)die geldgevers - waarmee verdachte een langer lopende zakelijke relatie en/of vertrouwensband had - mondeling en/of schriftelijk en/of middels een zogenoemde leningovereenkomst
en/of participatieovereenkomst voorgehouden dat:
het/de door de geldgever
(s
)aan hem, verdachte, en/of aan die [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] te investeren en/of te belenen en/of te participeren geldbedrag
(en
)gegarandeerd een rente (van 5% en/of 6% per jaar) zou worden betaald en/of
het/de door de geldgever
(s
)verstrekte geldbedrag
(en
),
(na vijf jaar
)gegarandeerd
enopeisbaar zou
(den
)zijn en/of
/ofde waarde van de (order)portefeuille en/of verzekeringsportefeuille van [bedrijf 2] en/of de overlijdensrisicoverzekering op het leven van hem, verdachte, als zekerheidstelling zou
(den
)dienen en
/ofdat de waarde daarvan (ruim) voldoende was om
het/de ingelegde geldbedrag
(en
)geheel terug te kunnen betalen en/of
de/het door geldgever verstrekte geldbedrag
(en)bij een bank zou
(den)worden ondergebracht waardoor een hoge
(re
)rente mogelijk was
en/of
(een
(groot)deel van
) het/de door de geldgever
(s
)verstrekte geldbedrag
(en
)aan andere doeleinden is besteed (niet zijnde de uitbreiding van voornoemd
(e)bedrijf
/bedrijven) (te weten als lening aan [bedrijf 2] (om (reguliere) bedrijfskosten te kunnen dekken) en
/ofals persoonlijke lening aan verdachte en
/ofaan privéuitgaven van verdachte en
/ofom rentebetalingen te doen aan
(een)andere geldgever
(s
)en
/ofom verliezen te financieren) en
/of
/of[bedrijf 1]
(sinds 2007
)een negatief eigen vermogen had
(den
), althans er financieel niet goed voor stond(en)en
/of
(sinds 2006
)sprake was van een dalende provisieomzet voor (levens- en schade)verzekeringen en
/of
/of
(waardoor
)verdachte
sen/of zijn bedrijf/bedrijven niet
(geheel)in staat
was/waren, althans niet de garantie kon
(den
)geven, om die rente daadwerkelijk
(gedurende de gehele looptijd
)te
(blijven
)voldoen en
/ofom de hoofdsom, althans
het/de verstrekte geldbedrag
(en
)na vijf jaar
en/of bij faillissement (geheel
)terug te betalen en
/of
(telkens
) (een
)valse voorstelling
(en)van zaken heeft gewekt en
/of (vervolgens
)die aangever
(s
) (telkens
)werd
(en
)bewogen tot bovenomschreven afgifte
(n
).
2. Geldverstrekkingen
oplichting, meermalen gepleegd.
1. De ernst van de feiten
2. De justitiële documentatie van de verdachte
3. De richtlijnen
4. De door de rechtbank opgelegde straf
5. Conclusie
2. De vordering van de advocaat-generaal
3. Het standpunt van de verdediging
4. Materiële schade
5. De vorderingen voor het overige
6. Kostenveroordeling
7. Betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers
BESLISSING
de verdachte en de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing
ter zake van het tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde;
het vonnis waarvan beroep,voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht:
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 16])
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 18])
€ 10.000,00 (tienduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 10.000,00 (tienduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14])
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
135 (honderdvijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19])
€ 10.000,00 (tienduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 10.000,00 (tienduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12])
€ 14.000,00 (veertienduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 14.000,00 (veertienduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
105 (honderdvijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3])
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
160 (honderdzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 15])
€ 85.000,00 (vijfentachtigduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 85.000,00 (vijfentachtigduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10])
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
160 (honderdzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7])
€ 40.000,00 (veertigduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 40.000,00 (veertigduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
235 (tweehonderdvijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9])
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
(vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6])
€ 180.000,00 (honderdtachtigduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;