Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Nimbuzz B.V.,
2. Myriad International Holdings B.V.,
3. MIH Internet Europe B.V.,
1.Het geding
2.De feiten
“(…)’
1. The Employee will, upon his transfer to MIH BV give up any claim to his previously awarded share options to Nimbuzz BV. Employee will be allowed to buy vested share options of Nimbuzz BV from former employees before they flow back into the option pool.
2. Employee continues to hold a grant to MIH options as awarded to him at the time of joining Nimbuzz BV.
3. Employee will be eligible to share options of MIH BV under the new Employment Contract agreed between parties. A special allocation will be requested equal to the value of Employee’s Nimbuzz option at grant time when Employee joined Nimbuzz in October 2010, aiming to get a like for like value.
(…)’
‘In order to facilitate the exercise of [appellant]’s right to acquire part of the shares/share options of his previous employer Nimbuzz as expressed in the Addendum of the Employment Agreement (copy attached) the Company will support him in this undertaking as far as it legally and practically can to acquire a maximum 2% stake.”
3.De vordering in eerste instantie en het oordeel van de kantonrechter
I (…)
II A
Nimbuzz en MIH (althans MIH Internet Europa) hoofdelijk dan wel Nimbuzz en/of MIH (althans MIH Internet Europe) te veroordelen, om binnen 5 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis:
• te bewerkstelligen dat [appellant] voor 2% van het totale aandelenkapitaal van Nimbuzz, werknemersopties in Nimbuzz verkrijgt van de eerste of de tweede serie uitgaven (en dus met een uitoefenprijs van EUR 20 en EUR 123,82), en
• wanneer er aantoonbaar onvoldoende vested opties van de eerste of de tweede uitgaven serie daarvoor beschikbaar zijn, om op het moment dat deze beschikbaar komen direct te bewerkstelligen dat [appellant] deze alsnog verkrijgt; en
• [appellant] (in afwijking van artikel 7 Stock Option Plan Rules) als ex-werknemer in staat te stellen deze opties volledig en zonder enige beperking of belemmering conform het Stock Option Plan Rules (met uitzondering van artikel 7) uit te oefenen;
en
en
• [appellant] tijdig maar in ieder geval drie weken van te voren op deugdelijke wijze schriftelijk op het door [appellant] op te geven emailadres en huisadres te informeren over een Sales en/of IPO event in de zin van artikel 6 Stock Option Plan Rules en hem daarbij van alle relevante informatie te voorzien over het betreffende Sales en/of IPO event, waaronder de verkoopprijs en de positie die de Preferente aandeelhouders en de gewone aandeelhouders in deze hebben, zodat [appellant] in staat wordt gesteld op deugdelijke wijze te beoordelen of het uitoefenen van (een deel van) de 2% vested werknemersopties voor hem lonend zal zijn:
• dit alles op straffe van een dwangsom van EUR 10.000 per dag dat zij geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven hieraan te voldoen:
en
II B voor het geval het voor Nimbuzz en MIH (althans MIH Internet Europe) aantoonbaar onmogelijk is om aan deze veroordeling ad IIA te voldoen, hen hoofdelijk te veroordelen dan wel Nimbuzz en/of MIH (althans MIH Internet Europe) te veroordelen aan [appellant] vervangende schadevergoeding te betalen nader op te maken bij staat;
of
II C voor het geval er onverhoopt geen aanspraak bestaat op het gevorderde ad II A of ad II B jegens Nimbuzz en/of MIH (althans MIH Internet Europe) omdat geoordeeld wordt dat [appellant] om welke reden dan ook geen aanspraak heeft op voornoemde werknemersopties, voor recht te verklaren dat het addendum bij de MIH arbeidsovereenkomst voor wat betreft punt 1 (het vervallen van de 514 Nimbuzz opties die hij bij indiensttreding verkregen had in ruil voor voornoemde werknemersopties) niet van toepassing is en Nimbuzz en/of MIH (althans MIH Internet Europe) te veroordelen aan [appellant] de 514 werknemersopties in Nimbuzz wederom te verstrekken of te bewerkstelligen dat deze opties aan hem verstrekt zullen worden binnen 5 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
en
• [appellant] (in afwijking van artikel 7 Stock Option Plan Rules) als ex werknemer in staat te stellen deze opties volledig en zonder enige beperking of belemmering conform het Stock Option Plan Rules (met uitzondering van artikel 7) uit te oefenen;
en
• [appellant] een kopie te verstrekken van de koopovereenkomst + bijlagen waarmee Mangrove II Investments S.a.r.l. de Nimbuzz aandelen heeft gekocht van MIH, en een kopie van de notulen van alle algemene en bijzondere aandeelhoudersvergaderingen van Nimbuzz in de periode januari t/m mei 2012;
en
• dit alles op straffe van een dwangsom van EUR 10.000,- per dag dat zij geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven hieraan te voldoen;
en
II D
indien het voor Nimbuzz en MIH (althans MIH Internet Europe) aantoonbaar onmogelijk is aan deze veroordeling ad II C te voldoen aan [appellant] vervangende schadevergoeding te betalen nader op te maken bij staat,
allegevallen
III A Nimbuzz en/of MIR (althans MIH Internet Europe) te veroordelen tot betaling aan [appellant] van alle redelijke en in redelijkheid gemaakte kosten ter verkrijgen van voldoening buiten rechte, tot op heden volgens de Staffel buitengerechtelijke incassokosten bepaald op een bedrag van EUR 1.214,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding;
III B Nimbuzz en/of MIH (althans MIH Internet Europe) te veroordelen in de kosten van dit geding, het salaris van de advocaat van [appellant] daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de datum van het vonnis;
III C Nimbuzz en/of MIH (althans MIH Internet Europe) te veroordelen in de kosten van deze procedure, zijnde volgens het Liquidatietarief voor de rechtbanken en gerechtshoven groot EUR 1.301,- indien betekening van het te wijzen vonnis achterwege blijft, dan wel groot EUR 199,- indien betekening van het te wijzen vonnis plaatsvindt, te voldoen binnen veertien dagen na datum van het vonnis en voor het geval voldoening van deze nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf voornoemde termijn.
4.De beoordeling in hoger beroep
A.
Voor wat betreft het oordeel ten aanzien van de gevorderde 2% vested Nimbuzz werknemersopties vernietigt en opnieuw recht doende, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:te verklaren voor recht dat Nimbuzz en MIH (althans MIH Internet Europe) ten onrechte in gebreke zijn gebleven aan [appellant] de 2% vested Nimbuzz werknemersopties van de eerste of de tweede serie uitgaven (en dus met een uitoefenprijs van respectievelijk EUR 20 en EUR 123,82) toe te kennen, dan wel (mede) te bewerkstelligen dat hij deze opties verkreeg en, al dan niet hoofdelijk, aansprakelijk zijn voor de daardoor door hem geleden schade,
en
Nimbuzz en MIH (althans MIH Internet Europe), al dan niet hoofdelijk, om die reden te veroordelen om binnen 5 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis een (vervangende) schadevergoeding te betalen ter hoogte van EUR 4.254.562,-- dan wel een door U.E.A. in goede justitie te bepalen bedrag, uitgaande van een Sale in de zin van de Option Rules bewerkstelligd door de verkoop van 70% van de aandelen voor USD 175 miljoen en dus een waarde van 100% van de aandelen van USD 250 miljoen, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van dagtekening van dit vonnis,
Nimbuzz en MIH (althans MIH Internet Europe), al dan niet hoofdelijk, om die reden te veroordelen tot betaling van schadevergoeding nader op te maken bij staat;
dan wel:Nimbuzz en MIH (althans MIH Europe), al dan niet hoofdelijk, om die reden te veroordelen tot betaling van schadevergoeding op te maken bij staat;
en
B.
Nimbuzz en/of MIH (althans MIH Internet Europe), al dan niet hoofdelijk, alsnog te veroordelen tot betaling aan [appellant] van alle in redelijkheid gemaakte kosten ter verkrijgen van voldoening buiten rechte, tot op heden volgens de Staffel buitengerechtelijke incassokosten bepaald op een bedrag van EUR 1.214,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding;
en
Nimbuzz en/of MIH (althans MIH Internet Europe), al dan niet hoofdelijk, te veroordelen in de kosten van beide instanties, het salaris van de advocaat van [appellant] daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de datum van het vonnis;
en
Nimbuzz en/of MIH (althans MIH lnternet Europe), al dan niet hoofdelijk, te veroordelen in de nakosten van deze procedure, zijnde volgens het Liquidatietarief voor de rechtbanken en gerechtshoven groot EUR 1.301,- indien betekening van het te wijzen vonnis achterwege blijft, dan wel groot EUR 199,- indien betekening van het te wijzen vonnis plaatsvindt, te voldoen binnen veertien dagen na datum van het vonnis en voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf voornoemde termijn.
komt met grief I op tegen dat oordeel.
Naar het oordeel van het hof bevestigt deze uitlating van [appellant] het standpunt van Nimbuzz c.s. dat het memorandum [appellant] uitsluitend de bevoegdheid gaf om zelf met uittredende werknemers af te spreken dat zij de hen toekomende opties aan [appellant] zouden overdragen. Die uit het memorandum voortvloeiende gang van zaken leek [appellant], zo begrijpt het hof, bij nader inzien toch niet gelukkig: hij wilde de werknemersopties liever rechtstreeks van Nimbuzz verwerven, dus zonder eerst bij vertrekkende optiegerechtigde werknemers van Nimbuzz aan te kloppen.
In de tekst van het memorandum noch in de daaraan voorafgaande e-mails is naar het oordeel van het hof echter een aanknopingspunt te vinden voor de stelling dat [appellant] een rechtstreekse aanspraak jegens Nimbuzz op de verstrekking van de werknemersopties had, ook niet als er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat het memorandum met MIH ook Nimbuzz bond. Hoogstens zou uit het memorandum kunnen volgen dat [appellant] op medewerking mocht rekenen van MIH (en mogelijk van Nimbuzz) om na het bereiken van overeenstemming met vertrekkende werknemers toestemming te krijgen voor de overdracht van die opties voordat deze volgens de Option Rules in de optiepool zouden terugvallen.
Het hof volgt [appellant] daarin niet. Al eerder kwam aan de orde dat [appellant] het niet “appropriate” vond om afzwaaiende werknemers te benaderen om hun werknemersopties over te nemen. Daaruit moet worden geconcludeerd dat het dus ook in zijn visie wel mogelijk was dergelijke opties te verwerven door daarover overeenstemming te bereiken met vertrekkende werknemers. De verplichting die MIH en Nimbuzz – aannemende dat MIH Nimbuzz heeft kunnen vertegenwoordigen – kennelijk op zich hadden genomen was een dergelijke verkrijging via vertrekkende werknemers te faciliteren. Dat zou betekenen dat de opties in plaats van terug te vloeien in de werknemers(opties)pool voor [appellant] beschikbaar zouden komen.
Dat het werkelijk onmogelijk zou zijn om op deze wijze toegekende werknemersopties te verwerven heeft Van de Pol onvoldoende onderbouwd.
Er is dus geen grond voor een andere dan hierboven gegeven uitleg aan artikel 1 van het memorandum en van artikel 10 van de settlement agreement.
[appellant] had niet een, zoals hij dat noemt, “harde aanspraak” jegens Nimbuzz of MIH op toekenning van werknemersopties zonder dat daaraan een afspraak met een vertrekkende werknemers van Nimbuzz vooraf zou gaan. Dat is ook wat de kantonrechter kennelijk oordeelde waar hij overwoog dat [appellant] niet “blijvend optierechten Nimbuzz” waren toegekend. Het oordeel van de kantonrechter dat [appellant] MIH niet heeft gevraagd ondersteuning te bieden bij de verwerving van “geveste” opties van ex-werknemers van Nimbuzz, komt overeen met het oordeel van het hof. [appellant] heeft immers geen actie ondernomen om door tussenkomst van vertrekkende werknemers werknemersopties te verwerven. Om ondersteuning daarbij heeft hij dan ook niet gevraagd, althans dat is niet gebleken.
MIH noch Nimbuzz heeft wanprestatie gepleegd, zij hebben niet gehandeld in strijd met goed werkgeverschap, niet onacceptabel en al evenmin onzorgvuldig. Grief I faalt.
Het hof zal daarom op de voet van het bepaalde in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten alsnog een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten toewijzen ter hoogte van € 1.044,38 te verhogen met wettelijke rente, dit (uitsluitend) ten laste van Nimbuzz nu uitsluitend de tegen haar gerichte vordering is toegewezen. Dit bedrag is gerelateerd aan de door de kantonrechter toegewezen som van € 43,876,50.
Slotsom
Nu [appellant] in overwegende mate in het ongelijk wordt gesteld zal het hof hem in de kosten in hoger beroep veroordelen. De gevraagde veroordeling in de nakosten zal worden toegewezen. De proceskostenveroordeling zal, als verzocht, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
5.Beslissing
veroordeelt [appellant] in de kosten in hoger beroep, aan de zijde van Nimbuzz c.s. begroot op € 3.240,-- wegens griffierecht en op € 11.450,-- (2,5 punten x tarief VIII) wegens salaris advocaat, en in de nakosten zijnde € 131,-- zonder betekening en 199,-- met betekening, deze kostenveroordelingen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment dat [appellant] met de voldoening daarvan gedurende 14 dagen in verzuim is;
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verbiedt [appellant] aan derden – anderen dan de advocaat of adviseur die hem in dit geschil bijstaat – mededelingen te doen omtrent het in de memorie van antwoord van Nimbuzz c.s. in de nrs. 17 tot en met 29 beschrevene;