Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Beschikking van 6 september 2016
Licorne Petroleum Holding B.V.,
Licorne Petroleum Nederland B.V.,
de griffier van het gerechtshof te Den Haag,
Het geding
De griffier heeft een verweerschrift ingediend.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak hebben de opposanten, Licorne Petroleum Holding B.V. en Licorne Petroleum Nederland B.V., verzet aangetekend tegen de beslissing van de griffier van het gerechtshof te Den Haag, die het griffierecht had verhoogd tot € 5.160,--. Dit verzet is ingediend op 20 november 2015, naar aanleiding van een hoger beroep dat was ingesteld door Vlietstroom Holding B.V. en anderen tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 11 maart 2015. De opposanten stelden dat de verhoging van het griffierecht onterecht was, omdat de eiswijziging in reconventie geen grond zou moeten opleveren voor deze verhoging. Ze voerden aan dat de wetgeving omtrent griffierechten niet gewijzigd was en dat de griffier de verhoging ten onrechte had doorgevoerd.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het hoger beroep van Vlietstroom c.s. zowel de uitspraak in conventie als in reconventie betreft. De opposanten hebben aangegeven af te zien van een mondelinge behandeling, waardoor deze niet heeft plaatsgevonden. Het hof heeft geconcludeerd dat de griffier de verhoging van het griffierecht terecht heeft doorgevoerd, op basis van de nieuwe wetgeving en de bijbehorende handleiding. De opposanten konden zich niet beroepen op de oude handleiding, aangezien deze niet meer van toepassing was.
Uiteindelijk heeft het hof het verzet van de opposanten ongegrond verklaard, en bevestigd dat de verhoging van het griffierecht in overeenstemming was met de geldende wetgeving. De beslissing is genomen op 6 september 2016, in aanwezigheid van de griffier.