ECLI:NL:GHDHA:2016:1971
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en ontbinding van de arbeidsovereenkomst in het kader van privacy schending door een verpleegkundige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag op staande voet van een verpleegkundige, [verweerder], door het Maasstad Ziekenhuis. De verpleegkundige was op 1 augustus 2003 in dienst getreden en had zich in de periode van 9 oktober 2014 tot en met 10 december 2014 twintig keer toegang verschaft tot het elektronisch patiëntendossier van een patiënt zonder dat hij daartoe gerechtigd was. Dit leidde tot een anonieme melding en een daaropvolgend ontslag op staande voet op 20 november 2015. De kantonrechter had het ontslag op staande voet vernietigd, maar het Maasstad Ziekenhuis ging in hoger beroep.
Het hof oordeelde dat het ontslag op staande voet niet onverwijld was gegeven, maar dat er wel degelijk sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de verpleegkundige. Het hof bekrachtigde de beslissing van de kantonrechter om het ontslag op staande voet te vernietigen, maar oordeelde dat de arbeidsovereenkomst op 1 augustus 2016 moest eindigen. Het hof wees ook de verzoeken van de verpleegkundige om wedertewerkstelling en een transitievergoeding af, en verklaarde dat het ziekenhuis geen dwangsommen verschuldigd was. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.
De zaak benadrukt de strikte regels rondom privacy en de toegang tot patiëntendossiers in de zorg, en de gevolgen van schendingen daarvan voor zorgprofessionals.