GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00350
Uitspraak d.d. 4 mei 2016
[X] B.V. te [Z], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 maart 2014, nummer SGR 13/5162, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2004 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting (Vpb) alsmede de gelijktijdig daarmee gegeven beschikking heffingsrente.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2004 een aanslag Vpb opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 2.582.873. Daarbij is € 90.542 aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur met dagtekening 28 maart 2013 bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslag en de beschikking gehandhaafd.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gezamenlijk behandeld met de beroepen van belanghebbende betreffende de aanslagen vennootschapsbelasting voor de jaren 2005 tot en met 2007. Bij uitspraak van 6 maart 2014 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep met betrekking tot het jaar 2004 ongegrond verklaard, de beroepen met betrekking tot de jaren 2005 tot en met 2007 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar betreffende die jaren vernietigd en de aanslagen voor de jaren 2005 tot en met 2007 verminderd tot nihil. De rechtbank heeft voorts een vergoeding voor proceskosten toegekend van € 2.453, de Inspecteur opgedragen aan belanghebbende € 318 aan griffierecht te vergoeden en de Inspecteur veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan belanghebbende ten bedrage van € 4.500.
Loop van het geding in hoger beroep
2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank betreffende de aanslag 2004 in hoger beroep gekomen bij het Hof. De Inspecteur is van de uitspraken van de rechtbank betreffende de aanslagen 2005 tot en met 2007, BK-14/00364 tot en met BK-13/00366 in hoger beroep gekomen. De zaken zijn in hoger beroep gezamenlijk behandeld. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van € 493. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
2.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 4 november 2015, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
3.1. Op grond van de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde gaat het Hof in hoger beroep uit van de door de rechtbank onder 1 tot en met 16 van haar uitspraak vermelde feiten, waarbij de rechtbank belanghebbende als eiseres en de Inspecteur als verweerder heeft aangeduid.
“1. Eiseres is op 5 december 1980 opgericht door [A] (de
aandeelhouder) en [B] en heeft haar statutaire zetel in [Z] . De
aandeelhouder is destijds tot bestuurder benoemd. De aandeelhouder woonde tot 3 april
2007 in Nederland. Eiseres was in de onderhavige jaren een zuivere beleggingsvennootschap met een belegd vermogen van gemiddeld 35 miljoen euro. Het vermogen van eiseres bestond met name uit 'quoted bonds' en 'quoted equity shares'.
Eiseres belegde nagenoeg geheel in specifieke vastrentende waarden en belegde defensief.
2. De artikelen 10 en 11 van de statuten van eiseres luidden voor de onderhavige jaren, voor zover hier van belang:
“Artikel 10.
1. De vennootschap wordt bestuurd door een directie, bestaande uit een door de algemene vergadering van aandeelhouders te bepalen aantal van één of meer leden. ( … )
2. De directeuren worden door de algemene vergadering van aandeelhouders benoemd ( ... ) Artikel 11.
1. Aan de directie is het bestuur der vennootschap opgedragen. ( ... )
2. De machtiging of goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders is vereist voor bestuursbesluiten strekkende tot:
a. het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, het voor eigen rekening stichten van onroerende zaken en schepen;
( ... )
c. het te leen verstrekken van gelden en het verlenen, verlengen of verhogen van crediet;
( ... )
g. het doen van investeringen waarvan het belang of de waarde voor de vennootschap een bedrag van vier duizend vijfhonderd veertig euro (€ 4.540) te boven gaat.”
3. Rechtbank en gerechtshof 's-Gravenhage (Hof Den Haag) hebben geoordeeld dat eiseres in 2002 en 2003 in Curaçao aan een belastingtarief was onderworpen dat in aanzienlijke mate afwijkt van het tarief dat aldaar geldt voor andere rechtspersonen. Voorts hebben zij geoordeeld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij haar werkelijke leiding in één van die jaren naar Curaçao heeft verplaatst (zie rechtsoverwegingen 4.10 tot en met 4.12 van de uitspraak van deze rechtbank met procedurenummer AWB 08/5802 VPB en AWB 08/5803 VPB (ECLI:NL:RBSGR:2010:BP3111) en rechtsoverweging 7.2 van de Hofuitspraak met kenmerk BK-I1100051 (ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ7198)). 4. Bij aandeelhoudersbesluit van 9 juli 2004 is besloten [C] ( [C] ) en [D] (hierna aangeduid als: [D] ), werkzaam bij [E] (Singapore) Ltd ( [E] Singapore), met ingang van 9 juli 2004 als bestuurders van eiseres te benoemen (hierna: het aandeelhoudersbesluit).
5. Eiseres en [E] Singapore hebben een 'Management Agreement' gesloten. Deze is op 9 juli 2004 ingegaan. [C] heeft deze overeenkomst namens eiseres ondertekend in aanwezigheid van [D] .
6. Bij bestuursbesluit van 9 juli 2004, ondertekend door [C] en [D] , is het volgende besloten:
"( ... ), the management of the portfolio of [eiseres] be left with the current investment manager, [E] N.V., Amsterdam until further notice."
7. Bij brief van 13 juli 2004 heeft [C] [F] Ltd als 'Corporate Secretarial Agent' aangesteld.
8. In een door [C] en [D] ondertekend document met als aanhef 'Minutes of the board of directors meeting held at ( ... ) Singapore ( ... ) on 15th August 2004' staat onder meer het volgende vermeld:
"PRESENT:-
( ... ) ( ... )
[C] [D]
( ... )