Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 24 mei 2016
[XY] Schade Herstel B.V.,
Black Pearl Stichting,
Het verdere verloop van het geding
e-mailberichten en akten van taxatie – overgelegd. Die documenten zijn aan het van de comparitie opgemaakte proces-verbaal gehecht. Bij memorie van grieven met producties heeft VSH vier grieven aangevoerd. Bij memorie van antwoord met producties heeft BPS die grieven bestreden.
Beoordeling van het hoger beroep
mr. Snoek, houdt voor zover van belang in:
- zakelijk weergegeven - opnieuw recht doende: BPS veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 28.754,07 te vermeerderen met rente en buitengerechtelijke kosten en voorts BPS veroordeelt in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met rente.
Achtergrond van de zaak
De fase tot 7 september 2009: zaakwaarneming
redelijkebelangenbehartiging worden aangemerkt. Bij deze bijeenkomst waren immers de bestuurders van BPS aanwezig, zodat met BPS zelf afspraken konden worden gemaakt.
De vanaf 7 september 2009 verrichte werkzaamheden
e-mailbericht van VSH van twee dagen eerder, waarin stond dat BPS kon aangeven wat zij wel en niet gereinigd wilde hebben. Ook om die reden kan naar het oordeel van het hof in het hiervóór deels weergegeven e-mailbericht geen opdracht van BPS aan VSH worden gelezen. Niet uit te sluiten valt immers dat BPS er vanuit ging dat Aegon reeds opdracht tot de werkzaamheden had gegeven, en dat mevrouw [bestuurderB] met bedoeld e-mailbericht enkel kenbaar wilde maken welke werkzaamheden naar haar opvatting in het kader van die door Aegon verstrekte opdracht dienden te worden uitgevoerd.
€ 13.403,00 (exclusief BTW) aan BPS specifiek zag op de door VSH verrichte werkzaamheden, maakt het voorgaande naar het oordeel van het hof niet anders. VSH heeft deze stelling, bezien in het licht van het gemotiveerde verweer van BPS dat die betaling specifiek strekte tot vergoeding van de door Sice B.V. verrichte werkzaamheden, namelijk onvoldoende onderbouwd. Overigens maakt VSH ook niet duidelijk wat de juridische consequenties van die omstandigheid volgens haar zouden moeten zijn. Zonder genoegzame toelichting, die ontbreekt, is niet duidelijk op welke wijze de bedoelde omstandigheid bijdraagt aan het betoog van VSH dat tussen haar en BPS een overeenkomst tot stand is gekomen en dat anders sprake is van zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking. Het hof gaat om voormelde redenen aan de genoemde omstandigheid voorbij.
Conclusie
Beslissing
€ 2.316,00 aan salaris advocaat,