ECLI:NL:GHDHA:2016:104
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering tot schadevergoeding na aankoop gestolen auto
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die een Volkswagen Golf heeft gekocht van een geïntimeerde, die later bleek gestolen te zijn. De appellant ontdekte de diefstal op 21 augustus 2008 en deed op 28 november 2008 aangifte van oplichting. De politie heeft de auto op 22 augustus 2008 in beslag genomen. De appellant heeft in 2014 de geïntimeerde aansprakelijk gesteld voor de schade, maar de geïntimeerde verweerde zich met het argument dat de vordering was verjaard op grond van artikel 3:310 BW. De kantonrechter heeft het verjaringsverweer van de geïntimeerde gehonoreerd en de vorderingen van de appellant afgewezen. In hoger beroep vorderde de appellant vernietiging van het vonnis en toewijzing van zijn vorderingen. Het hof oordeelde dat de appellant redelijkerwijs bekend was met de schade op of kort na 22 augustus 2008, en dat hij de identiteit van de aansprakelijke persoon had kunnen achterhalen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de appellant in de kosten van het hoger beroep.