Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 28 april 2015
Aegon Financiële Diensten B.V.,
[geïntimeerde],
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“Aegon biedt getuigenbewijs aan van haar stellingen ten aanzien van de verjaring, in het bijzonder dat [geïntimeerde] reeds vanaf 2001, of een later moment voor 6 augustus 2005, van de Overeenkomst van zijn echtgenote heeft geweten. Als getuigen kunnen worden gehoord [echtgenote] en [geïntimeerde]”.Dit bewijsaanbod was volgens Aegon in de gegeven omstandigheden (voldoende) helder en duidelijk. In de toelichting op grief 2 (MvGr, 5.16) heeft Aegon nog aangevoerd dat om tot een afgewogen oordeel te komen de Kantonrechter in ieder geval een getuigenverhoor had moeten gelasten om Aegon toegang te verschaffen tot het privé domein van [echtgenote] en [geïntimeerde].
Beslissing
- laat Aegon toe tot de in r.o. 6 vermelde bewijslevering
- bepaalt dat, indien Aegon getuigen wil doen horen, de getuigenverhoren zullen worden gehouden in een der zittingszalen van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te
- bepaalt dat, indien één der partijen binnen veertien dagen na heden, onder gelijktijdige opgave van de verhinderdata van beide partijen en de te horen getuigen in de maanden juli tot en met september van 2015, opgeeft dan verhinderd te zijn, de raadsheer-commissaris (in beginsel eenmalig) een nadere datum en tijdstip voor de getuigenverhoren zal vaststellen;
- verstaat dat het hof reeds beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat overlegging daarvan voor het getuigenverhoor niet nodig is;
- houdt iedere verdere beslissing aan.