Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 21 april 2015
in de zaak met zaaknummer 200.141.979/01 inzake
[appellant 1],
Svea Finans Nederland B.V.,
[appellant 2],
Svea Finans Nederland B.V.,
De verdere loop van de gedingen
Beoordeling van het hoger beroep
"artikel 5 –Voorwaarden gesteld aan de over te dragen vorderingen:
artikel 9 – Rechtstreekse betaling
1. Indien afnemer een Vordering rechtstreeks betaalt aan Verkoper, dan is de Verkoper verplicht deze betaling direct aan Svea te melden en het ontvangen bedrag binnen twee (2) dagen na de ontvangst van de betaling te betalen aan Svea, evenwel zonder dat Svea zulks aan Verkoper moet verzoeken.
artikel 11 – Terugbetaling en schadeplichtigheid Verkoper
iedere vorm van bedrog gepleegd door Verkoper;
het niet nakomen van de verplichtingen van Verkoper als genoemd in artikel 5, voor zover afnemer uit dien hoofde niet tot betaling aan Svea overgaat;
afwezigheid van de cessietekst op de door Verkoper aan Svea overgedragen factuur als bedoeld in artikel 6 van de Overeenkomst, voor zover afnemer uit dien hoofde niet tot betaling aan Svea overgaat;
betalingen die rechtstreeks aan Verkoper worden gedaan zonder toestemming van Svea en die niet aan Svea worden overgemaakt en zijn ontvangen, zoals genoemd in artikel 9 van de Overeenkomst;
creditfacturen en disputen die door Verkoper nog niet aan Svea zijn terugbetaald conform het gemelde in artikel 7 van de Overeenkomst;
tegenvorderingen of klachten van afnemers van Verkoper;