In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Suriname in 1977, was ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep gedetineerd. Hij was eerder veroordeeld voor het rijden onder invloed van alcohol en zonder geldig rijbewijs. De tenlastelegging betrof een incident op 27 mei 2012 te Krimpen aan den IJssel, waar de verdachte een personenauto bestuurde met een alcoholgehalte van 795 microgram per liter uitgeademde lucht, wat aanzienlijk boven de toegestane norm ligt. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd.
De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. Het hof heeft in zijn overwegingen de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen. Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij onder invloed van alcohol heeft gereden, wat de verkeersveiligheid ernstig in gevaar heeft gebracht. De verdachte had eerder al ontzeggingen van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen opgelegd gekregen, maar dit weerhield hem er niet van opnieuw de fout in te gaan.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft de verdachte niet alleen strafbaar verklaard, maar ook de bewezenverklaring van het feit bevestigd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting van 25 september 2015.