ECLI:NL:GHDHA:2015:3407

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2015
Publicatiedatum
8 december 2015
Zaaknummer
2200088812
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage inzake beschadiging van gebouwen en verstoring van een openbare vergadering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van meerdere gebouwen en goederen door met spuitverf teksten en afbeeldingen aan te brengen. Daarnaast was de verdachte beschuldigd van het verstoren van een openbare vergadering van een parlementaire commissie. De feiten vonden plaats op verschillende data, waaronder 25 oktober 2010 en 4 februari 2010. De verdachte werd in eerste aanleg veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar.

Het hof heeft het hoger beroep behandeld na meerdere zittingen, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk heeft gevorderd. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, waaronder het beschadigen van een woning en een naamplaat, en het verstoren van een vergadering van de Tijdelijke Commissie Onderzoek Financieel Stelsel.

De verdachte is ook veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die een bedrag van € 378,42 vorderde. Het hof heeft deze vordering toegewezen, aangezien de benadeelde partij voldoende bewijs heeft geleverd van de geleden schade. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de overlast die de verdachte heeft veroorzaakt, en het hof heeft rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000888-12
Parketnummers: 09-925795-10 en 09-753633-09 (gevoegd)
Datum uitspraak: 8 december 2015
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 6 februari 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag],
[adres],
[postadres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 29 augustus 2012, 13 en 26 maart 2013, 14 oktober 2013, 17 juni 2014, 16 juni 2015 en 24 november 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het bij parketnummer 09-925795-10 onder 1 en 2 en bij parketnummer 09-753633-09 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de vordering van de benadeelde partij zoals vermeld in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 09-925795-10:
1:
hij op of omstreeks 25 oktober 2010 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een woning, te weten [adres], in elk geval enig gebouw, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft beschadigd door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk (met behulp van een spuitbus met verf) teksten en/of (een) afbeelding(en) aan te brengen op de gevel en/of de voordeur van die woning;
2:
hij op of omstreeks 25 oktober 2010 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een (naam)bord, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (naam slachtoffer 2), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft beschadigd door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk (met behulp van een spuitbus met verf) tekst aan te brengen op dat bord;
Zaak met parketnummer 09-753633-09 (gevoegd):
1:
hij op of omstreeks 03 september 2009 te Leiden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een pand (woning annex kantoorruimte), gelegen aan [adres], en/of een vuilcontainer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door toen en daar met zijn mededader(s), althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk met verf (een) tekst(en) en/of (een) teken(s) op de buitenzijde van dat pand en/of die container aan te brengen;
2:
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, op of omstreeks 07 september 2009 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk:
a. een gebouw, gelegen aan de (adres 1) en/of
b. een gebouw, gelegen aan de (adres 2) en/of
c. een gebouw, gelegen aan de (adres 3)
in elk geval (telkens) enig goed, (respectievelijk) geheel of ten dele toebehorende aan:
a. (naam benadeelde 1)
b. (naam benadeelde 2)
c. (naam benadeelde 3),
in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door toen en daar met zijn mededader(s), althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk met verf tekst(en) en/of tekens op de buitenzijde van die/dat gebouw(en) aan te brengen;
3:
hij op of omstreeks 4 februari 2010 te 's-Gravenhage door het verwekken van wanorde of het maken van gedruis, te weten door - tijdens een vergadering van een parlementaire onderzoekscommissie (commissie De Wit) - op de publieke tribune te gaan staan en/of met luide stem te roepen, een geoorloofde openbare vergadering, te weten een vergadering van de Tijdelijke Commissie Onderzoek Financieel Stelsel (commissie De Wit) in een enquetezaal van de Tweede Kamer der Staten Generaal opzettelijk heeft gestoord.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde betaling van het door de benadeelde partij gevorderde bedrag.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-925795-10 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 09-925795-10:
1:
hij op 25 oktober 2010 te 's-Gravenhage opzettelijk en wederrechtelijk een woning, te weten [adres], in elk geval enig gebouw, toebehorende aan [slachtoffer 1], heeft beschadigd door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk met behulp van een spuitbus met verf teksten en een afbeelding aan te brengen op de gevel en/of de voordeur van die woning;
2:
hij op 25 oktober 2010 te 's-Gravenhage opzettelijk en wederrechtelijk een (naam)bord toebehorende aan het (slachtoffer 2), heeft beschadigd door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk met behulp van een spuitbus met verf tekst aan te brengen op dat bord;
Zaak met parketnummer 09-753633-09 (gevoegd):
1:
hij op 03 september 2009 te Leiden opzettelijk en wederrechtelijk een pand (woning annex kantoorruimte), gelegen aan [adres], en een vuilcontainer, toebehorende aan [slachtoffer 3], heeft beschadigd door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk met verf een tekst en een teken op de buitenzijde van dat pand en die container aan te brengen;
2:
hij op meerdere tijdstippen op of omstreeks 07 september 2009 te 's-Gravenhage opzettelijk en wederrechtelijk:
a. een gebouw, gelegen aan de (adres 1) en/of
b. een gebouw, gelegen aan de (adres 2) en/of
c. een gebouw, gelegen aan de (adres 3)
respectievelijk toebehorende aan:
a. (naam benadeelde 1)
b. (naam benadeelde 2)
c. (naam benadeelde 3),
heeft beschadigd door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk met verf teksten op de buitenzijde van die gebouwen aan te brengen;
3:
hij op 4 februari 2010 te 's-Gravenhage door het maken van gedruis, te weten door - tijdens een vergadering van een parlementaire onderzoekscommissie (commissie De Wit) - op de publieke tribune te gaan staan en met luide stem te roepen, een geoorloofde openbare vergadering, te weten een vergadering van de Tijdelijke Commissie Onderzoek Financieel Stelsel (commissie De Wit) in een enquêtezaal van de Tweede Kamer der Staten Generaal opzettelijk heeft gestoord.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het in de zaak met parketnummer 09-925795-10 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Het in de zaak met parketnummer 09-925795-10 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Het in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Het in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen,
meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder3 bewezen verklaarde levert op:
Door het maken van gedruis een geoorloofde openbare vergadering opzettelijk storen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan beschadiging van meerdere gebouwen en goederen, door hierop met spuitverf teksten en tekens aan te brengen. Aldus handelende heeft de verdachte de benadeelden financiële schade berokkend en hen overlast bezorgd. De omstandigheid dat de verdachte vermeende misstanden aan de kaak wilde stellen rechtvaardigt op geen enkele wijze de door de verdachte veroorzaakte schade. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het verstoren van een openbare vergadering van een parlementaire commissie.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 10 november 2015, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Het hof heeft ambtshalve geconstateerd dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, nu niet binnen 2 jaren na het instellen van hoger beroep arrest is gewezen. Gelet op de invloed van de verdachte dan wel diens raadsman op het procesverloop volstaat het hof met louter de constatering van deze overschrijding.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding (naam benadeelde)
In het onderhavige strafproces heeft de (naam benadeelde) zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 378,42.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg volledig toegewezen bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij met de bepaling dat dit als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 2 bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen.
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van € 378,42 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer (naam benadeelde).
Dit brengt tevens mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Het beslag
De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen vermeld in de onder 1 tot en met 8 genummerde voorwerpen op de aan dit arrest gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen en vatbaar voor verbeurdverklaring, dienen verbeurd te worden verklaard, te weten een gezichtsmasker, een videocamera, een gezichtsmasker, een spuitbus (kl. oranje), een spuitbus (kl. rood), een spuitbus (kl. roze), een roerhoutje en een kwast. Het betreft voorwerpen met behulp waarvan de bij parketnummer 09-925795-10 onder 1 en 2 en bij parketnummer 09-753633-09 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten zijn begaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 57, 63, 144 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 09-925795-10 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 09-925795-10 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de beslaglijst onder 1 tot en met 8 genummerde voorwerpen, te weten: een gezichtsmasker, een videocamera, een gezichtsmasker, een spuitbus (kl. oranje), een spuitbus (kl. rood), een spuitbus (kl. Roze), een roerhoutje en een kwast.

Vordering van de benadeelde partij (naam benadeelde)

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij (naam benadeelde) ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 378,42 (driehonderdachtenzeventig euro en tweeënveertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd (naam slachtoffer), ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-753633-09 onder 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 378,42 (driehonderdachtenzeventig euro en tweeënveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit arrest is gewezen door mr. M.L.C.C. Lückers, mr. A.E.A.M. van Waesberghe en mr. D.M. Thierry, in bijzijn van de griffier mr. S.D. Riggelink.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 8 december 2015.