ECLI:NL:GHDHA:2015:2963

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
4 september 2015
Publicatiedatum
27 oktober 2015
Zaaknummer
22-001585-15
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep betreffende wederrechtelijke toeëigening met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag van 31 maart 2015. De verdachte, geboren in Marokko in 1986 en thans gedetineerd in PI Haaglanden, was ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 20 september 2014 in 's-Gravenhage samen met anderen of alleen een tas met waardevolle inhoud heeft weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening. De tenlastelegging omvatte ook geweld en bedreiging met geweld tegen de benadeelde partij, waaronder het tonen van een mes en het toebrengen van lichamelijk letsel. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren met aftrek van voorarrest, en was er een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan de benadeelde partij.

Tijdens de behandeling in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling in hoger beroep niet heeft geleid tot andere beschouwingen of beslissingen dan die van de eerste rechter. Het hof heeft derhalve het vonnis waarvan beroep bevestigd, waarbij het vonnis van de rechtbank in stand is gehouden. De uitspraak is gedaan in een openbare terechtzitting, waarbij de rechters J.M. van de Poll, C.J. van der Wilt en P. van Essen aanwezig waren, samen met griffier A. van der Schalk.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001585-15
Parketnummer: 09-820041-14
Datum uitspraak: 4 september 2015
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 31 maart 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortejaar] 1986,
thans gedetineerd in PI Haaglanden - HvB Zoetermeer te Zoetermeer.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 21 augustus 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de vordering van de benadeelde partij en is een schadevergoedingsmaatregel opgelegd als vermeld in het vonnis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 september 2014 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (akten)tas met inhoud (te weten: een portemonnee en/of een (of meerdere) mobiele telefoon(s) en/of een (of meerdere) pasje(s) en/of een regenponcho en/of oogdruppels en/of sleutels en/of een bijsluiter van medicijnen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit: - het (op dwingende wijze) vragen om geld aan die [benadeelde partij] en/of (vervolgens)
- het tonen van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan die [benadeelde partij] en/of (vervolgens)
- het slaan en/of stompen en/of schoppen in/tegen het gezicht en/of tegen het hoofd van die [benadeelde partij] en/of (vervolgens)
- het steken en/of snijden met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in het gezicht en/of de wang van die [benadeelde partij] ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] zwaar lichamelijk letsel (te weten een diepe snijwond en/of blijvend litteken in het gezicht), in elk geval enig lichamelijk letsel heeft bekomen.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter.
Het vonnis waarvan beroep dient derhalve te worden bevestigd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.M. van de Poll, C.J. van der Wilt en P. van Essen, in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 4 september 2015.