Op 30 augustus 2011 deelde Keerpunt aan Haaglanden mee:
Graag reageer ik op je vraag over de inzet van het traject bij Happel en Weustink voor de heer [appellant] (…).
Op 27 mei heb ik per telefoon een intakegesprek gehad met de heer [appellant]. Op dat moment was bekend dat hij voor 80/100% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV en het dienstverband met de HHS wordt beëindigd.
Voor de WIA keuring heeft Happel en Weustink een intakegesprek met hem gevoerd om zijn mogelijkheden op de arbeidsmarkt te verkennen. In het verslag van de intake is geconcludeerd dat er mogelijkheden zijn, mits de heer [appellant] aanspraak kan maken op een WSW indicatie.
(…)
Op 4 augustus heb ik een afrondend telefoongesprek met hem gevoerd en de heer [appellant] begrijpt en onderschrijft de afweging van Keerpunt dat we geen verdere begeleiding kunnen bieden. Dit omdat er geen reële kans is op betaald werk (…).
Op 12 augustus ben ik benaderd door de advocaat van de heer [appellant] die me aangeeft dat hij:
graag een traject wil opstarten bij Happel en Weustink;
een opleiding wil volgen die zijn kansen op de arbeidsmarkt vergroot.
Ik heb haar aangegeven dat deze reactie niet overeenkomt met hetgeen ik met de heer [appellant] heb besproken en dat ik bereid ben in overleg met Happel en Weustink en de Haagse Hogeschool opnieuw mijn afweging te maken voor een eventuele financiering van een traject bij Happel en Weustink al dan niet in combinatie met een opleiding. In deze afweging zal de kortste weg naar werk centraal staan en is van belang dat de heer [appellant] een voorstel doet ten aanzien van welke begeleiding hij wenst en welk doel hij daarbij voor ogen heeft. Wanneer verwacht hij met deze ondersteuning betaald werk te hebben?
Hoewel vaststaat dat deze mededelingen aan Haaglanden gedaan zijn, heeft [appellant] bestreden dat hij de daarin vermelde uitlatingen tijdens het telefoongesprek van 27 mei 2011 gedaan heeft.