Naar aanleiding van de beroepen die belanghebbende bij de rechtbank Den Haag had ingediend, heeft mevrouw [A] van het Team Heffen, bezwaar en beroep van de Regionale Belastinggroep telefonisch contact met hem opgenomen. Bij email van 28 juli 2014 heeft mevrouw [A] belanghebbende een verslag van het telefoongesprek gezonden. Aan deze email ontleent het Hof het volgende:
"In uw beroep geeft u aan dat u het niet behoorlijk vindt dat u geconfronteerd wordt met aanslagen vanaf 2011 en geeft u aan dat uw inkomen sterk gedaald is. Het was u onbekend of er in dit geval een mogelijkheid tot kwijtschelding bestaat.
Zoals reeds aangegeven vinden wij het spijtig dat u ineens bent geconfronteerd met meerdere aanslagen. (…)
Wettelijk gezien mag de RBG de aanslagen vanaf 2011 nog aan u opleggen. De aanslag voor het belastingjaar 2010 mocht niet meer opgelegd worden en heeft u dan ook niet ontvangen.
Ten aanzien van de kwijtschelding kan ik u meedelen dat op de aanslagen (op de achterzijde) is aangegeven dat kwijtschelding aangevraagd kan worden als u een inkomen heeft op bijstandsniveau of lager, waarbij u middels het retourformulier om een kwijtscheldingsformulier kan verzoeken.
Ik heb het kwijtscheldingsformulier inmiddels aan u op laten sturen. Houdt u er rekening mee dat het twee weken kan duren voordat u deze ontvangt.
U hoeft voor het verzoek om kwijtschelding voor de belastingjaren 2011-2014 slechts één kwijtscheldingsformulier in te sturen. U dient alleen de gegevens (inkomen etc.) zoals van toepassing op het moment van indienen van het verzoek om kwijtschelding, mee te sturen.
Zoals ik heb aan u heb toegezegd, ben ik bereid het griffierecht aan u te vergoeden als u het beroep nu intrekt. Als u het beroep intrekt, ontvang ik bericht van de rechtbank, waarna ik tot vergoeding zal overgaan."