ECLI:NL:GHDHA:2015:1952
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M.J. van der Ven
- V. Disselkoen
- S.R. Mellema
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet van bedrijfsleider wegens verduistering en fraude
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant], een bedrijfsleider, tegen de beslissing van de kantonrechter die zijn ontslag op staande voet door [geïntimeerde] heeft bekrachtigd. [Appellant] was sinds 20 april 2010 in dienst bij [geïntimeerde] en had de verantwoordelijkheid voor de kasadministratie. In 2012 ontstonden er liquiditeitsproblemen bij [geïntimeerde], wat leidde tot een onderzoek naar de financiële gang van zaken. Dit onderzoek onthulde dat er een bedrag van € 91.695,-- aan contante opbrengsten niet was bijgeschreven op de bankrekening van [geïntimeerde]. Verdere bevindingen wezen op mogelijke verduistering door [appellant] en zijn echtgenote, die betrokken waren bij de kasadministratie. Op 13 februari 2013 werd [appellant] op staande voet ontslagen, omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan verduistering en onrechtmatig handelen door energiekosten van zijn privéwoning ten laste van [geïntimeerde] te laten betalen.
[Appellant] betwistte de dringende reden voor zijn ontslag en de rechtsgeldigheid daarvan. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst en kende [geïntimeerde] een schadevergoeding toe. In hoger beroep vorderde [appellant] de vernietiging van het vonnis en de voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst, terwijl [geïntimeerde] in reconventie een schadevergoeding eiste. Het hof oordeelde dat de handelwijze van [appellant] een zelfstandige dringende reden voor ontslag op staande voet opleverde. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] in de kosten van het hoger beroep.