ECLI:NL:GHDHA:2015:1399

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
1 mei 2015
Publicatiedatum
8 juni 2015
Zaaknummer
001950-14
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor verzoeker na vrijspraak in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 1 mei 2015 een beschikking gewezen naar aanleiding van een verzoekschrift dat was ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.J.M. van Roy. De verzoeker, geboren in Marokko en woonachtig in België, vroeg om een schadevergoeding van € 11.030,- voor de tijd die hij in verzekering en voorlopige hechtenis had doorgebracht. Dit verzoek volgde op een eerder arrest van het hof van 23 oktober 2014, waarin de verzoeker was vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.

De verzoeker had in eerste aanleg al onherroepelijk vrijspraak gekregen voor een van de ten laste gelegde feiten. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om de schadevergoeding toe te kennen, die bestond uit een vergoeding voor de dagen die hij op het politiebureau en in een Huis van bewaring had doorgebracht, alsook een bedrag voor inkomstenderving tijdens zijn hechtenis.

De raadkamer van het hof heeft het verzoek op 27 maart 2015 in het openbaar behandeld, waarbij zowel de advocaat van de verzoeker als de advocaat-generaal mr. E.C. Kole aanwezig waren. De advocaat-generaal concludeerde tot toewijzing van het verzoek, wat het hof heeft overgenomen. De uiteindelijke beslissing was dat het hof de verzoeker een schadevergoeding van € 11.030,- toekende, te betalen door de Staat der Nederlanden. Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en op 1 mei 2015 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

AV-nummer 001950-14
datum uitspraak 1 mei 2015

GERECHTSHOF DEN HAAG

meervoudige raadkamer

BESCHIKKING

gewezen naar aanleiding van een ter griffie van dit gerechtshof ingekomen verzoekschrift, op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering ingediend namens:

[verzoeker],

geboren op [dag] 1986 te [plaats] (Marokko),
[adres](België),
in deze zaak woonplaats kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. A.J.M. van Roy, aan de Raadhuisstraat 52-D te 1016 DG Amsterdam.
Procesgang
Dit gerechtshof heeft bij onherroepelijk geworden arrest van 23 oktober 2014 het vonnis van de rechtbank Rotterdam in de strafzaak tegen de verzoeker vernietigd, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en hem vrijgesproken van het aan hem onder 2 ten laste gelegde. De verzoeker is in eerste aanleg reeds onherroepelijk vrijgesproken van het aan hem onder 1 ten laste gelegde.
Namens de verzoeker is vervolgens bij een tijdig ter griffie van dit hof ingekomen verzoekschrift gevraagd om toekenning van een schadevergoeding van € 11.030,- ter zake van de door hem in de strafzaak ondergane verzekering en voorlopige hechtenis. Dit bedrag is opgebouwd uit de (gebruikelijke) vergoeding van € 105,- resp. € 80,- voor de dagen die hij op het politiebureau en in een Huis van bewaring heeft doorgebracht (€ 7.430,-), vermeerderd met € 3.600,-, wegens inkomstenderving in de periode van zijn in verzekeringstelling en voorlopige hechtenis.
De raadkamer van het hof heeft het verzoek in het openbaar op 27 maart 2015 behandeld. Daarbij zijn gehoord de advocaat, mr. A.J.M. van Roy, en de advocaat-generaal mr. E.C. Kole.
De advocaat-generaal heeft, in afwijking van de schriftelijke conclusie van het openbaar ministerie, geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek.
Beoordeling van het verzoek
Naar het oordeel van het hof zijn – overeenkomstig de conclusie van de advocaat-generaal - gronden van billijkheid aanwezig om aan de verzoeker voor de tijd die hij in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht een schadevergoeding toe te kennen van in totaal € 11.030,-.
Beslissing
Het hof:
Wijst het verzoek toe en kent aan de verzoeker ten laste van de Staat een schadevergoeding toe tot een bedrag van in totaal
€ 11.030,- (elfduizend driehonderd EURO).
Deze beschikking is gewezen door
mr. E. van Die, voorzitter,
mr. J.M. Reinking en mr. G. Dulek-Schermers, leden,
in bijzijn van de griffier mr. P. Melis,
en op 1 mei 2015 in het openbaar uitgesproken.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.

BEVELSCHRIFT VAN TENUITVOERLEGGING

Beveelt de tenuitvoerlegging van vorenstaande beschikking en mitsdien de betaling ten laste van de Staat der Nederlanden door de griffier van dit hof van een bedrag van

€ 11.030,- (elfduizend driehonderd EURO),

ten gunste van de verzoeker [verzoeker],

op het door zijn advocaat, mr. A.J.M. van Roy, opgegeven bankrekeningnummer [x], ten name van Korvinus van Roy en Zandt Advocaten onder vermelding van [y].
Den Haag, 1 mei 2015
De voorzitter,
E. van Die