Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
zij
zij
Hof:betreffende de doorzoekingen op 5 december 2008) van een - na herstel van een telfout - totaal bedrag van € 141.450,-.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht. De verdachte, geboren in 1981, was beschuldigd van witwassen van geldbedragen, waarbij het Openbaar Ministerie een werkstraf van 100 uren en de verbeurdverklaring van inbeslaggenomen geldbedragen tot een totaal van € 130.000,-- had gevorderd. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaren. De politierechter had een bedrag van € 104.400,-- verbeurd verklaard.
Het hof heeft de zaak onderzocht op verschillende terechtzittingen en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging. De tenlastelegging omvatte het verwerven en voorhanden hebben van aanzienlijke geldbedragen, waarvan werd gesteld dat deze afkomstig waren uit misdrijf. Het hof heeft echter vastgesteld dat er geen bewijs was dat de geldbedragen een criminele herkomst hadden. De laatste betaling van kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst was op 5 november 2008, en beslag was gelegd op de bankrekeningen van gelieerde B.V.'s op 10 november 2008. Dit leidde het hof tot de conclusie dat de geldbedragen niet afkomstig waren uit oplichting van de Belastingdienst.
Daarom heeft het hof geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had begaan. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. Tevens is gelast dat de inbeslaggenomen geldbedragen, die niet aan een specifieke rechthebbende konden worden toegewezen, in bewaring blijven.