Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De verdere loop van het geding
2.De nadere beoordeling van het hoger beroep
Afrekening indien [T] niet slaagt in het bewijs (?)heeft overwogen.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een tussenvonnis van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat de geïntimeerde, V.O.F. Loonbedrijf/Veebedrijf [T], is geslaagd in het bewijs van een samenwerkingsovereenkomst voor de gezamenlijke in- en verkoop van koeien. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.F. van den Ende, heeft elf grieven aangevoerd tegen dit oordeel, die door de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. E.G. Karel, zijn bestreden. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het bewijs niet is geleverd. De verklaringen van de getuigen van de geïntimeerde werden niet als overtuigend genoeg beschouwd in vergelijking met de getuigenverklaringen van de appellant en zijn getuigen. Het hof heeft ook de echtheid van een document betwist dat door de appellant was ondertekend, en heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de samenwerkingsovereenkomst daadwerkelijk was gesloten. Het hof heeft het tussenvonnis van 4 september 2013 vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor verdere beoordeling. De kosten van het hoger beroep zijn toegewezen aan de geïntimeerde, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.