Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.De grieven
3.De vaststaande feiten
. Eind van deze week is het slopen klaar, is de gevel gereinigd en geknipvoegd en liggen qua water en c.v de meeste leidingen. Als dan over een week of 2 de vergunning er zou komen dan kunnen we knallen. Wat denk jij? Zullen we dan gewoon de prijs in klaarstaat vragen of in de huidige staat of allebei of een combinatie in die zin dat de prijs navenant meeloopt met de vorderingen van de verbouwing?
4.Bespreking van grief I (de beperkte reikwijdte van de zorgplicht)
de aankoop/verkoop van een woning financieel een van de meest verstrekkende belangrijkste beslissing in iemands leven is, hetgeen van de gemiddelde taxatie of waardebepaling niet gezegd kan worden".
Hoi [K]") een min of meer informeel karakter suggereert en dat na een summiere uiteenzetting van de stand van zaken in twee of drie zinnen een vraag stelt met een beknoptheid en in een formulering ("
Wat denk jij?") die ook al geen indicatie zijn voor het levensbelang dat HVB er thans aan toeschrijft. Het is duidelijk dat HVB hierop geen toezending van een taxatierapport met bijbehorende factuur kon verwachten en dat verwachtte zij ook niet. Zij beklaagt zich er niet over en toonde zich ook in het geheel niet verbaasd dat zij die niet kreeg en dat [K] nog dezelfde dag per mail antwoordde met een beknoptheid en in een formulering die geheel bij die van de vraagstelling aansloten. HVB kan in redelijkheid niet verwachten dat dat antwoord inhoudelijk geheel voldoet aan de eisen die aan een full dress taxatie gesteld mogen worden. Daaraan wordt onvoldoende afgedaan door het feit dat [K] een paar dagen later in een aanvullend mailbericht vermeldde dat hij het nog even rustig heeft "
kunnen doornemen met [B] in zijn hoedanigheid van taxateur".
5.Bespreking van grief V (Erecode van de NVM)
bijna beschouwd kan worden als een lex specialis van de desbetreffende artikelen van het BW" en tot een "
verzwaring van (de inhoud van) de zorgplicht" leidt. De rechtbank is aan dat standpunt voorbij gegaan omdat HVB het niet heeft uitgewerkt en evenmin in concreto op (onderdelen van) de erecode heeft teruggegrepen. Daartegen komt HVB op met grief V, waarin zij betoogt dat zij dat wel degelijk gedaan heeft, namelijk in haar bij de Raad van Toezicht van de NVM te Den Haag ingediende tuchtrechtelijke klacht tegen Nassauhuis, welke klacht zij met het gehele dossier betreffende de behandeling van deze klacht in twee instanties als productie (14, lees:) 13 bij de inleidende dagvaarding in het geding heeft gebracht met verzoek aan de rechtbank om al wat zij voor de tuchtrechter naar voren heeft gebracht, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, in deze procedure als herhaald en overgenomen te beschouwen. HVB veronderstelt dat de rechtbank dit over het hoofd heeft gezien omdat zij het dossier niet goed gelezen heeft.
6.Bespreking van grief II (het advies uit februari 2011)
zorgvuldig/correct/juist" was. Het hof ziet geen bezwaar tegen deze formulering, al beschouwt het haar niet als bijzonder verhelderend, mits met de woorden "
correct" en "
juist" evenals met het woord "
zorgvuldig" maar gedoeld wordt op de wijze van advisering en niet op de inhoud van de uitgesproken verwachting. HVB mocht niet verwachten dat Nassauhuis met de mededeling "
Coen verwacht dat de verkoopprijs op redelijk korte termijn rond de € 600.000,- zal liggen" een juiste en zekerheid biedende voorspelling deed van de opbrengst die behaald zou worden. HVB spreekt dan ook ten onrechte van een "
feitelijk gezien gegarandeerde verkoopprijs". Het uitspreken van een verwachting impliceert niet het geven van een garantie, zelfs niet van 'feitelijk gezien' een garantie en makelaars plegen ook geen opbrengsten te garanderen. Het komt het hof voor dat zij daarmee ook in strijd zouden komen met de Erecode, in het bijzonder onderdeel 6 daarvan. Als dat al niet van algemene bekendheid is, mocht Nassauhuis toch in elk geval van HVB als professioneel vastgoedhandelaar verwachten dat zij zich daarvan bewust was.
Onze eerste calculatie levert (…) een vraagprijs op in nieuwe staat van € 649.000,-";
[B] verwacht dat de verkoopprijs op redelijk korte termijn rond de € 600.000,- zal liggen. Een vraagprijs van € 649.000,- is daarom reëel."
7.Bespreking van grief IV (waarde na beperkte renovatie van € 360.000,--)
Bespreking van grief III (HVB heeft nooit overwogen om de woning voor complete renovatie te verkopen)