Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[…] V.O.F.,gevestigd te […], thans gemeente […],
[geïntimeerde 2],
wonende te […], gemeente […],
[geïntimeerde 3],
wonende te […], gemeente […],
1.Het verdere geding
2.De verdere beoordeling van het hoger beroep
€ 19.480,= exclusief BTW, niet zodanig dat reeds op grond van de verschillen moet worden aangenomen dat het door dit bedrijf aan [P] c.s. in rekening gebrachte bedrag de kosten van een noodzakelijk herstel van de vloer overstijgt. [appellant] verwijst naar de offerte van […] B.V. d.d. 5 januari 2005 tot een bedrag van € 10.600,= exclusief BTW, maar [P] c.s. merken daarbij terecht op dat het hier volgens de offerte gaat om een richtprijs en “het werk op basis van nacalculatie (zal) worden uitgevoerd.” [appellant] heeft niet aannemelijk kunnen maken dat dit bedrijf, als zij hetzelfde werk had uitgevoerd als […] heeft gedaan, uiteindelijk tot een aanmerkelijk lagere prijs zou gekomen dat de hierboven genoemde aannemers. Daartoe is onvoldoende de -overigens door [P] c.s. betwiste- stelling van [appellant] tijdens de comparitie dat Pieterse bij de opname van het werk ook de rottende dragende houten delen heeft gezien.