ECLI:NL:GHDHA:2014:881
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- G.P.A. Aler
- Chr.A. Baardman
- C.J. van der Wilt
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1963 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis dat op 29 oktober 2012 was gewezen. De dagvaarding was op 25 september 2012 aan de verdachte uitgereikt, waardoor hij binnen veertien dagen na de uitspraak in hoger beroep had moeten komen. Echter, de verdachte heeft pas op 29 november 2012 hoger beroep ingesteld, wat resulteerde in een termijnoverschrijding.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte aangevoerd dat hij leed aan een onbekende ziekte, waardoor hij niet in staat was om tijdig hoger beroep in te stellen. De verdediging heeft ook verzocht om getuigen te horen die de gezondheidstoestand van de verdachte konden bevestigen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij niet in staat was om tijdig hoger beroep in te stellen. De getuigen die door de verdediging waren voorgesteld, zouden enkel de verklaring van de verdachte kunnen onderbouwen, maar hun getuigenis was niet noodzakelijk voor de beoordeling van de zaak.
Uiteindelijk heeft het hof geconcludeerd dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en heeft het de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze beslissing is genomen in het openbaar en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. C.J. van der Wilt, die buiten staat was om te ondertekenen.