ECLI:NL:GHDHA:2014:873
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens afwezigheid van schuld na verkeersongeval
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf en ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen, naar aanleiding van een verkeersongeval op 1 april 2010 te Rijnsaterwoude. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij zich roekeloos of onvoorzichtig had gedragen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op het moment van het ongeval mogelijk leed aan een hersenorganische aandoening, wat zijn rijgedrag zou kunnen hebben beïnvloed. Dit werd ondersteund door een deskundigenrapport van neuroloog prof. dr. C. Jonker, die concludeerde dat het gedrag van de verdachte mogelijk veroorzaakt was door een transient ischemic attack (TIA). Het hof oordeelde dat de verdachte in verontschuldigbare onmacht verkeerde en daarom niet strafbaar was voor het subsidiair bewezen verklaarde feit, dat inhield dat hij met wisselende snelheid en slingerend had gereden, wat leidde tot een aanrijding met een andere auto. De verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging.