ECLI:NL:GHDHA:2014:871
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van pseudo-gevolmachtigde bij creditcardgebruik
In deze zaak heeft International Card Services B.V. (hierna: ICS) hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, team kanton, waarin de vordering van ICS tot betaling door de geïntimeerde werd afgewezen. ICS had een creditcard verstrekt op naam van mevrouw M.P. [geïntimeerde], die samen met haar partner op hetzelfde adres woonde. Gedurende een bepaalde periode zijn er uitgaven gedaan met deze creditcard, maar de rekeningen zijn niet volledig voldaan. ICS vorderde betaling van een bedrag van € 5.354,14, vermeerderd met rente, op basis van de stelling dat de geïntimeerde als pseudo-gevolmachtigde handelde door de creditcard op naam van zijn partner aan te vragen en te gebruiken zonder toestemming.
De kantonrechter oordeelde dat de pseudo-gevolmachtigde niet gebonden is aan de rechtshandeling, omdat deze niet in zijn naam is verricht. In hoger beroep heeft ICS de vernietiging van het vonnis gevorderd, met als grondslag nakoming en subsidiair onrechtmatige daad. Het hof bevestigde de overweging van de kantonrechter dat de geïntimeerde niet gebonden kan worden aan de overeenkomst, omdat hij geen partij is bij de creditcardovereenkomst. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de geïntimeerde zonder toestemming van M.P. [geïntimeerde] handelde, en dat er dus geen sprake was van onrechtmatig handelen. Hierdoor faalde ook de subsidiaire grondslag van ICS.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde ICS in de proceskosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde tot op heden op nihil waren begroot. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 25 maart 2014.